ECLI:NL:GHARN:2007:BD6868
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor rapportages door psychiater en psycholoog in het kader van de Wet tarieven in strafzaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 augustus 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot vergoeding van kosten die zijn gemaakt voor rapportages door een psychiater en psycholoog, in het kader van de Wet tarieven in strafzaken. Het verzoekschrift was ingediend op 2 februari 2007 door de advocaat van de verzoekster, die om een vergoeding vroeg op basis van de artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat-generaal en de verzoekster, bijgestaan door haar raadsvrouw, zijn gehoord in een openbare raadkamer op 16 juli 2007.
Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend en derhalve ontvankelijk was. De raadsvrouw heeft volhard bij het verzoek om vergoeding. Volgens artikel 591, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan een gewezen verdachte of zijn erfgenamen een vergoeding aanvragen voor kosten die zijn gemaakt ten behoeve van het onderzoek, mits het verzoek binnen drie maanden na beëindiging van de zaak wordt ingediend. Het hof heeft ook gekeken naar de landelijke aanbevelingen inzake verzoekschriften en heeft besloten dat een vergoeding van € 540,= voor de kosten van de indiening en behandeling van het verzoekschrift toewijsbaar is.
Het hof heeft uiteindelijk besloten om aan de verzoekster een vergoeding van € 2.727,24 toe te kennen, gebaseerd op de gemaakte kosten voor de rapportages van prof. dr. R.J. van den Bosch en prof. dr. C. de Ruiter. Het hof heeft geen aanleiding gezien om een hogere vergoeding toe te kennen dan de vergoeding die bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken kan worden gegeven. De beschikking is gegeven te Arnhem door de voorzitter en de griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 augustus 2007.