ECLI:NL:GHARN:2007:BD6868

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
27 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR: 194-07 en 195-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor rapportages door psychiater en psycholoog in het kader van de Wet tarieven in strafzaken

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 augustus 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot vergoeding van kosten die zijn gemaakt voor rapportages door een psychiater en psycholoog, in het kader van de Wet tarieven in strafzaken. Het verzoekschrift was ingediend op 2 februari 2007 door de advocaat van de verzoekster, die om een vergoeding vroeg op basis van de artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat-generaal en de verzoekster, bijgestaan door haar raadsvrouw, zijn gehoord in een openbare raadkamer op 16 juli 2007.

Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend en derhalve ontvankelijk was. De raadsvrouw heeft volhard bij het verzoek om vergoeding. Volgens artikel 591, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan een gewezen verdachte of zijn erfgenamen een vergoeding aanvragen voor kosten die zijn gemaakt ten behoeve van het onderzoek, mits het verzoek binnen drie maanden na beëindiging van de zaak wordt ingediend. Het hof heeft ook gekeken naar de landelijke aanbevelingen inzake verzoekschriften en heeft besloten dat een vergoeding van € 540,= voor de kosten van de indiening en behandeling van het verzoekschrift toewijsbaar is.

Het hof heeft uiteindelijk besloten om aan de verzoekster een vergoeding van € 2.727,24 toe te kennen, gebaseerd op de gemaakte kosten voor de rapportages van prof. dr. R.J. van den Bosch en prof. dr. C. de Ruiter. Het hof heeft geen aanleiding gezien om een hogere vergoeding toe te kennen dan de vergoeding die bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken kan worden gegeven. De beschikking is gegeven te Arnhem door de voorzitter en de griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 augustus 2007.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
Pkn: TBS 2006/200
Avnr: 194-07 en 195-07
Het hof heeft gezien het op 2 februari 2007 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van:
[naam verzoekster]
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
verblijvende in de [verblijfplaats] te [plaatsnaam],
hierna te noemen verzoekster,
ingediend door mr [naam raadsman A], advocaat te [plaatsnaam], strekkende tot toekenning van een vergoeding ex artikel 591en 591a van het Wetboek van Strafvordering voor de door verzoekster ten behoeve van het onderzoek en de behandeling der zaak gemaakte kosten, vermeerderd met de kosten voor het indienen en behandelen van het verzoekschrift.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 16 juli 2007 de advocaat-generaal en verzoekster, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr [naam raadsvrouw B], advocaat te [plaatsnaam].
Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken, waaronder de conclusie van de advocaat-generaal.
OVERWEGINGEN
1. Het hof heeft bij beslissing van 27 november 2006 de terbeschikkingstelling van verzoekster met twee jaar verlengd.
2. Het verzoekschrift is tijdig ingediend en is in zoverre ontvankelijk.
3. De advocaat-generaal heeft volhard bij zijn eerdere schriftelijke conclusie van
15 juni 2006.
4. De raadsvrouw heeft gepersisteerd bij het verzoek.
5. Ingevolge artikel 591, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt aan de gewezen verdachte of zijn erfgenamen, op een verzoek ingediend binnen drie maanden na beëindiging van de zaak, uit 's Rijks kas een vergoeding toegekend voor de kosten, welke ingevolge het bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde ten laste van de gewezen verdachte zijn gekomen, voor zover de aanwending dier kosten het belang van het onderzoek heeft gediend of door de intrekking van dagvaardingen of rechtsmiddelen door het openbaar ministerie nutteloos is geworden. Ingevolge artikel 591, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering is het bepaalde in artikel 591, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing op de behandeling van de vordering tot verlenging van de ter beschikkingstelling als bedoeld in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering.
6. Het hof is van oordeel dat de op verzoek van verzoekster uitgebrachte rapportages van prof. dr. R.J. van den Bosch, psychiater, en van prof. dr. C. de Ruiter het belang van het onderzoek hebben gediend en dat aan verzoekster ter zake een vergoeding kan worden toegekend. Verzoekster heeft aan prof. dr. R.J. van den Bosch in totaal € 4.000,- voldaan en aan prof. dr. C. de Ruiter in totaal
€ 4.010,30 voldaan.
7. Gelet op het dienaangaande bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde kan voor het opstellen van een psychiatrisch rapport ten behoeve van een dubbelrapportage aan verzoekster worden vergoed 16 uren à € 81,23 =
€ 1299,88. Voor het opstellen van een psychologisch rapport ten behoeve van een dubbelrapportage kan aan verzoekster worden vergoed 16 uren à € 61,71 =
€ 987,36. Het hof ziet geen aanleiding om aan verzoekster een hogere vergoeding toe te kennen dan de vergoeding die bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken kan worden gegeven.
8. De rechter kan op de voet van het bepaalde in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering, indien er gronden van billijkheid aanwezig zijn, een vergoeding toekennen aan de gewezen verdachte voor de door deze gemaakte kosten van de raadsman als in deze verzocht. Ingevolge het bepaalde in artikel 591a, vierde lid, juncto artikel 591, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering is het bepaalde in artikel 591a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing op de behandeling van de vordering tot verlenging van de ter beschikkingstelling, bedoeld in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig voor toewijzing van het verzochte met inachtneming van het volgende.
9. Gelet op de landelijke aanbeveling inzake verzoekschriften ex artikel 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering kan in het onderhavige geval als vergoeding voor kosten verbonden aan de indiening en behandeling van dit verzoekschrift worden toegewezen € 540,= (inclusief BTW).
BESCHIKKENDE
Het hof:
- kent aan verzoekster toe op gronden als hiervoor omschreven een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van € 2.727,24 (zegge: tweeduizend zevenhonderdzevenentwintig euro en vierentwintig cent) en gelast de tenuitvoerlegging daarvan;
- wijst af het meer of anders verzochte;
- beveelt de griffier om bovenstaand bedrag over te maken op het bankrekeningnummer [nummer] t.n.v. [naam].
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mr A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.J. Berendsen, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 augustus 2007.