ECLI:NL:GHARN:2007:BB5030

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
VI 2/06
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G.W. Stikkelbroeck
  • E.P.R. Sutorius
  • J.M.I.W. Bartelds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot achterwege blijven van vervroegde invrijheidstelling na vrijspraak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 september 2007 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie te Rotterdam, die strekte tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde. De vordering was ingediend op 13 februari 2006 en de zaak werd behandeld in het kader van hoger beroep. Tijdens de openbare terechtzitting op 12 september 2007 zijn de veroordeelde en zijn raadsman, mr. E.A.C. Sandberg, gehoord, evenals de advocaat-generaal. De advocaat-generaal concludeerde dat de vordering tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling moest worden afgewezen.

De kern van de beslissing van het hof was gebaseerd op de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 juli 2007, waarin de veroordeelde was vrijgesproken van het strafbare feit dat ten grondslag lag aan de vordering. Het hof oordeelde dat, gezien deze vrijspraak, de grondslag voor de vordering was komen te ontvallen. Hierdoor was er geen reden meer om de vervroegde invrijheidstelling tegen te houden.

Het hof heeft de vordering van de officier van justitie dan ook afgewezen. De beslissing werd genomen door de kamer van het hof, zoals bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. N.M.H. van Ek, en is op 26 september 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Mr. Sutorius was niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
VI-nummer: 2/06
Uitspraak: 26 september 2007
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op de op 16 februari 2006 ingekomen vordering van de officier van justitie te Rotterdam van 13 februari 2006, strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van:
[VEROORDEELDE],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen veroordeelde.
Het hof heeft ter openbare terechtzitting van 12 september 2007 gehoord de veroordeelde en de raadsman van veroordeelde, mr. E.A.C. Sandberg, advocaat te Vorden, alsmede de advocaat-generaal, die heeft geconcludeerd de vordering van de officier van justitie strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling af te wijzen.
Overwegingen
Gelet op de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 20 juli 2007, waarin veroordeelde is vrijgesproken voor het strafbare feit, dat ten grondslag is gelegd aan de vordering tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling, is het hof met de advocaat-generaal van oordeel dat de grondslag aan de vordering is komen te ontvallen. Het hof zal de vordering derhalve afwijzen.
Beslissing:
Het hof:
- Wijst af de vordering van de officier van justitie te Rotterdam.
Aldus gewezen door:
mr H.G.W. Stikkelbroeck, voorzitter
mrs E.P.R. Sutorius en J.M.I.W. Bartelds, raadsheren
in tegenwoordigheid van mr N.M.H. van Ek, griffier
en op 26 september 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr Sutorius is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.