ECLI:NL:GHARN:2007:BA9085

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
9 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-005245-06
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping van dak- en thuislozen voor ondersteuningsverklaringen bij gemeenteraadsverkiezingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de lijsttrekker van de Gelderse Centrum Democraten, die beschuldigd werd van omkoping van dak- en thuislozen. De verdachte had samen met partijgenoten dak- en thuislozen benaderd met het aanbod van 10 euro in ruil voor hun handtekening op ondersteuningsverklaringen, die noodzakelijk waren om deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 in Arnhem. De verdachte en zijn mededaders hebben de daklozen misleid door te suggereren dat de partij hen zou steunen, terwijl de daklozen in werkelijkheid niet op de hoogte waren van de ware intenties van de Gelderse Centrum Democraten.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, als voorzitter van de partij, op ernstige wijze misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van deze mensen. De getuigenverklaringen wezen erop dat de daklozen vaak niet wisten waarvoor ze tekenden en dat zij alleen handtekeningen zetten vanwege de financiële compensatie. Het hof heeft de verklaringen van de getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het omkopen van kiezers, wat in strijd is met de Kieswet.

De verdachte heeft in zijn verdediging aangevoerd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard, maar dit verweer werd door het hof verworpen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Deze straf is opgelegd om te voorkomen dat de verdachte in de toekomst op dezelfde wijze zou proberen om ondersteuningsverklaringen te verkrijgen voor zijn politieke partij.

Uitspraak

Parketnummer: 21-005245-06
Uitspraak d.d.: 9 juli 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 13 december 2006 in de strafzaak tegen
[VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres[.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 juni 2007 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen nu het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
(zie voor de inhoud van de dagvaarding bijlage II)
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ontvankelijkheid openbaar ministerie
Door de raadsman is gesteld dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te worden verklaard wegens schending van het gelijkheidsbeginsel, nu slechts de omkopers als verdachte worden vervolgd en niet degenen die zijn omgekocht. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat in artikel Z4 van de Kieswet voor zowel de omkoper als de omgekochte eenzelfde strafmaximum geldt. Daaruit volgt volgens de raadsman dat het strafbare feit voor beide soorten verdachte als even strafwaardig wordt geoordeeld en dat er dus in strijd met het gelijkheidsbeginsel de omkopers wel en de omgekochten niet worden vervolgd.
Het hof verwerpt dit verweer.
Verdachte heeft als voorzitter van de Gelderse Centrum Democraten met onder meer de secretaris van die partij veelal onder valse voorwendselen een aantal mensen, waaronder dak- en/of thuislozen, veelal tegen een betaling van 10 euro weten te verleiden tot het plaatsen van een handtekening op een zogenaamde ondersteuningslijst met het oog op verkiezingen voor de gemeenteraad.
Het hof acht dergelijk handelen van verdachte aanmerkelijk ernstiger dan het aannemen van een gering bedrag door personen die vaak in zeer behoeftige omstandigheden verkeren en die –voor een gedeelte- ook nog hebben verklaard dat zij, als zij door verdachte of zijn mededaders op de hoogte zouden zijn gebracht welke partij zij door het zetten van hun handtekening ondersteunen, nooit een handtekening hadden gezet.
Bewijsmiddelen
Naar aanleiding van de aangifte gedaan op 24 januari 2006 door [aangeefster], van overtreding van artikel H4 lid 1 en artikel Z4 lid 2 Kieswet, werd een onderzoek ingesteld. De aanleiding tot het doen van aangifte was dat er geruchten gehoord werden bij ondertekening van de ondersteuningsverklaringen en meldingen gedaan werden door journalisten dat iemand van de lijst Centrum Democraten mensen tegen betaling van 10 euro een ondersteuningsverklaring lieten tekenen. Uit onderzoek is gebleken dat een groot aantal van deze kiezers het adres Eusebiusbuitensingel 22 B te Arnhem hadden opgegeven. Dit adres is van de dagopvang/dienstencentrum en wordt voornamelijk gebruikt door daklozen en verslaafden.
De bewezenverklaring van het tenlastegelegde is gebaseerd op de navolgende wettige bewijsmiddelen:
- Aangifte door [aangeefster] d.d. 24 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Bij de afdeling burgerzaken van het gemeentehuis te Arnhem werden op 16 januari 2005 (het hof begrijpt: 16 januari 2006) de ondersteuningsverklaringen door kiezers ondertekend. De kiezers hebben zich vooraf gelegitimeerd. Naar aanleiding van de binnengekomen geruchten en meldingen zijn wij gaan kijken naar de kiezers welke de ondersteuningsverklaringen hadden ondertekend. Wij zagen dat een groot gedeelte van deze kiezers het adres van de sociale dienst, Eusebiusbuitensingel te Arnhem hadden opgegeven. Ook hebben we contact opgenomen met de dagopvang voor dak- en thuislozen. Daar werd bevestigd dat het verhaal de ronde deed dat je voor een handtekening 10 euro kreeg.
- Lijst met personen welke een ondersteuningsverklaring hebben ingevuld.
- Verklaring van ondersteuning van de kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Arnhem.
- verklaring van [getuige 1] afgelegd op 24 februari 2006 , zakelijk weergegeven: Mijn naam is [getuige 1]. Ik woon samen met [getuige 2]. Mijn broer is genaamd [verdachte]. Ik heb [verdachte] bij ons thuis horen zeggen dat hij zwervers betaald had om een verklaring voor de kandidatenlijst te tekenen. Ik hoorde via iemand anders dat het om 10 euro ging.
- verklaring van [getuige 2] afgelegd op 21 februari 2006 , zakelijk weergegeven: Ik woon samen met [getuige 1]. Dit is de broer van de lijsttrekker van de Centrum Democraten [verdachte]. Wij zijn beiden door [verdachte] benaderd om op de kandidatenlijst te worden geplaatst. [Verdachte] vertelde dat ik niets hoefde te doen dan alleen een handtekening te zetten. [Verdachte] is naar het gemeentehuis gegaan en heeft daar wat papieren opgehaald. Een van de papieren is een verhuisbericht welke ik moest ondertekenen. Ik moest mij laten overschrijven naar een adres in Arnhem. Ik heb alleen een papier ingevuld dat ik ging verhuizen naar Arnhem en heb daarbij geen adres ingevuld. Ik ben niet verhuisd en ga niet verhuizen. [Verdachte] heeft voor dit papier gezorgd. Ook heb ik een papier getekend dat ik meedeed aan de politieke partij CD. Ik wist niet wat deze partij inhield en dacht dat deze partij opkwam voor de goede doelen. Hij vertelde dat hij een politieke partij wilde beginnen die goede doelen steunt. Achteraf, nu ik weet waar de Centrum Democraten voor staan begrijp ik dat dit geen goede doelen zijn. Ik voel mij belazerd. Als ik dat geweten had ik nooit het papier getekend. Mijn vriend [getuige 1] wil ook van de kandidatenlijst af en zal ook een verklaring af leggen. Ik heb gehoord van [verdachte] dat zijn secretaris ervoor gezorgd heeft dat er handtekeningen van de daklozen onder de ondersteuningsverklaringen zijn gezet. Daklozen hebben geen geld en gebruiken de mogelijkheid door voor 10 euro een kandidatenlijst te ondertekenen en voor deze 10 euro eten te kopen. Ik heb ook gehoord dat ze dit hebben gedaan. Als ze geen geld zouden hebben gekregen zouden ze de lijst niet hebben getekend. Ik heb dit gehoord van meerdere daklozen.
- verklaring van [getuige 3] afgelegd op 4 mei 2007 , zakelijk weergegeven: Ik werd door [verdachte] gevraagd als propagandist van de Centrum Democraten. Hij vertelde mij dat hij mensen wilde betalen voor het invullen van ondersteuningsverklaringen. Hij wilde mensen 10 euro betalen. Ik heb hem dit afgeraden omdat ik weet dat dit omkoping is. Ik raadde hem aan om de mensen die de moeite namen om de ondersteuningsverklaring te tekenen als vergoeding 10 euro te geven. Hier konden ze de bus van betalen of een broodje kopen. Ik vertelde dat hij de mensen niet zomaar een tientje kon geven. Tijdens het invullen van, de ondersteuningsverklaringen was ik aanwezig op het gemeentehuis Arnhem bij het loket. Ik zag toen hoe de mensen de verklaring invulden en hield tegelijkertijd toezicht op dat het allemaal ordelijk verliep. Een ieder, die tekende had een legitimatiebewijs bij zich en kreeg 10 euro zoals ik al zei. Ik zelf heb ook een ondersteuningsverklaring getekend en hiervoor 10 euro ontvangen.
- verklaring van [getuige 4] afgelegd op 29 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Op zondagmorgen, dat was 15 januari 2006, vroeg [medeverdachte] ons in het Dienstencentrum of wij formulieren wilden ondertekenen. Hij vroeg ons of wij die maandagmorgen naar het gemeentehuis wilden gaan. Hij vertelde ook dat wij hiervoor een onkostenvergoeding zouden krijgen. Als ik deze vergoeding niet had gekregen, dan had ik niet getekend. Ik wist niet dat deze verklaring gebruikt zou worden om de Gelderse Centrum Democraten te kunnen laten meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Ik heb dit formulier zelf ingevuld op 16 januari 2006 in het gemeentehuis in Arnhem. Hierbij waren aanwezig [getuige 1, getuige 3 en medeverdachte]. [Verdachte] kwam ook nog even kort binnen. Ik kreeg anderhalf tot twee uur later een onkostenvergoeding van 10 euro. Ik heb zelf 2 euro aan onkosten gehad om naar het centrum te komen. Omdat ik dakloos ben pak ik elk tientje wel aan. Het geld kreeg ik bij de Eusebiuskerk. [Medeverdachte] gaf mij dit geld terwijl [getuige 3] erbij stond.
- verklaring van [getuige 5] afgelegd op 29 januari 2006 , zakelijk weergegeven: U toont het door mij op 16 januari 2006 in het gemeentehuis van Arnhem ingevulde en ondertekende verklaring van ondersteuning van de kandidatenlijst van de Gelderse Centrum Democraten. Enkele dagen daarvoor vertelde [verdachte] mij in het Kruispunt dat we 10 euro kregen als we een handtekening voor hem wilden zetten, het zou voor ondersteuning van daklozen zijn. [Medeverdachte] gaf mij het formulier en [getuige 3] vertelde mij wat ik waar moest invullen. Vervolgens werd ik bij de Eusebiuskerk door [medeverdachte] uitbetaald. [Verdachte] stond daar ook even bij. Ook [getuige 3] was er bij. Ik kreeg toen eerst 10 euro. De dag daarop kreeg ik bij het Kruispunt van [verdachte] nog eens ongeveer 70 euro. Ik had hem namelijk wijs gemaakt dat ik ook voor hem mensen had geronseld. Omdat er gezegd werd dat het voor daklozen was, had ik die verklaring ook wel zonder betaling getekend. Ik sta helemaal niet achter de CD. Als ik dit geweten had, dan had ik voor nog geen 100 euro getekend.
- verklaring van [getuige 6] afgelegd op 19 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Een bolle Surinamer vertelde dat, als wij een handtekening zouden zetten voor de CD, wij 10 euro zouden krijgen. Ik ben hierop meegegaan naar het Kerkplein in Arnhem. Voor de kerk kreeg ik 10 euro van [medeverdachte]. Ik weet niet waar de CD voor staat. Ze hebben tegen mij gezegd dat CD “centrum voor dak- en thuislozen” betekend.
- verklaring van [getuige 7] afgelegd op 27 januari 2006 , zakelijk weergegeven: [Verdachte] vertelde mij voordat ik tekende dat de partij centrum daklozen heette. Als ik de verklaring zou ondertekenen kreeg ik 10 euro. Als ik had geweten dat de verklaring was voor het ondersteunen van de centrum democraten dan had ik zeker niet getekend. [getuige 12, getuige 3 en medeverdachte] hebben ons benaderd om de ondersteuningsverklaring te tekenen.
- verklaring van [getuige 8] afgelegd op 29 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Op 16 januari 2006 heb ik in het gemeentehuis van Arnhem de verklaring van ondersteuning van de kandidatenlijst van de Gelderse Centrum Democraten ingevuld en ondertekend. Enkele dagen daarvoor hoorde ik dat er een nieuwe partij was opgericht die goed zou zijn voor daklozen. Ik hoorde dat we 10 euro zouden krijgen als we een verklaring voor die partij zouden ondertekenen. Ze hadden geen naam van die partij genoemd. Ik zou die verklaring nooit ondertekend hebben als ik er geen 10 euro voor kreeg.
- verklaring van [getuige 9] afgelegd op 31 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Het was op een maandag in januari. Ik was samen met [getuige 10] en wij liepen in Arnhem. Ik werd daar aangesproken door de mij bekende [getuige 6] die mij vertelde dat er 10 euro te verdienen was door een formulier te ondertekenen in het gemeentehuis. Wij zijn toen naar het gemeentehuis gegaan. Ik wist niet wat het voor een formulier was wat ik ondertekend heb. Toen we uit het gemeentehuis waren moesten we naar een plek aan de achterzijde van de grote kerk. We waren daar met een grote groep. Daar was iemand die 10 euro gaf aan degenen die de formulieren hadden ondertekend. Ik heb van die man 10 euro gekregen. Als ik had geweten dat het formulier voor de Gelderse Centrum Democraten was, dan had ik het formulier nooit ondertekend, ook niet voor 10 euro.
- verklaring van [getuige 10] afgelegd op 31 januari 2006 , zakelijk weergegeven: Ik liep op een maandag in januari in de stad Arnhem. Ik kwam [getuige 6] tegen. Hij vertelde ons dat wij 10 euro konden verdienen wanneer we nu naar het gemeentehuis zouden gaan en daar een formulier zouden ondertekenen. Vervolgens zijn we naar het gemeentehuis gegaan. Daar zagen wij een grote groep zwervers bij elkaar staan. Nadat iedereen het formulier had ondertekend moesten we naar de achterzijde van de Eusebiuskerk lopen. Daar kreeg ik van [getuige 12] 10 euro. Als ik had geweten waarvoor ik getekend had, dan had ik dat nooit gedaan, omdat ik weet wat een partij de Centrum Democraten zijn.
- verklaring van [getuige 11] afgelegd op 7 februari 2006 , zakelijk weergegeven: Op een maandag in januari stond ik in de binnenstad van Arnhem de Impuls te verkopen. Op een gegeven moment werd ik aangesproken door [medeverdachte]. [Medeverdachte] vroeg aan mij of ik 10 euro wilde verdienen. [Medeverdachte] vertelde mij dat er een politieke partij op werd gericht en dat men 30 handtekeningen nodig had om op de verkiezingslijst te kunnen komen. [Medeverdachte] vertelde mij dat de partij die wordt opgericht voor de dak- en thuislozen op zou komen. Ik moest vervolgens met hem mee naar het gemeentehuis. Daar zag ik al een grote groep daklozen staan. Nadat ik mij daar heb gelegitimeerd heb ik een formulier ondertekend. Hierna moesten wij met zijn allen naar de achterzijde van de kerk lopen. Daar kregen wij van [medeverdachte] 10 euro. Bij [medeverdachte] stond nog een andere jongen. Deze jongen heet [getuige 3]. Hij is een donkere jongen.
- verklaring van [getuige 12] afgelegd op 26 maart 2006 , zakelijk weergegeven: Op een gegeven moment werd ik in het nachthotel aangesproken door [medeverdachte]. Hij vertelde mij dat ze de volgende dag naar het stadhuis moesten om de steunverklaringen te laten ondertekenen en inleveren bij de gemeente. [Medeverdachte] vroeg mij toen samen met [getuige 3] of ik hen wilde begeleiden omdat zij daar geld bij zich zouden hebben. De volgende dag kwam ik op de afgesproken locatie, namelijk in het stadhuis bij de balie. Er waren al een hoop daklozen in het stadhuis aanwezig. Die mensen werd door [medeverdachte] verteld dat zij 10 euro onkostenvergoeding zouden krijgen indien zij een steunverklaring zouden tekenen. Ook ik heb dit een aantal keren verteld tegen de daklozen. Er werd toen door een groot aantal daklozen een steunverklaring voor de CD ondertekend. [Getuige 3] had twee enveloppen met in iedere enveloppe 36 bankbiljetten van 10 euro. Omdat er nog niet genoeg steunbetuigingen waren ondertekend werd er door enkele andere personen nog mensen van de drugsboot gehaald om een verklaring te ondertekenen. Na verloop van tijd hadden we genoeg steunbetuigingen. Ik heb vervolgens de mensen 1 voor 1 naar [medeverdachte] en [getuige 3] gestuurd, waarna zij uitbetaald kregen. Ik heb toen zelf ook 10 euro gekregen. Vervolgens ben ik met [medeverdachte] een keer meegegaan naar de woning van [verdachte]. [Verdachte] vertelde mij dat hij veel over mij gehoord had en dat ik goed kon spreken. Hij vroeg mij toen ook of ik bij hem in dienst wilde komen. Hierna ben ik nog een paar keer bij Selhorst thuis geweest. Achteraf besef ik dat Selhorst bezig is geweest met het kopen van stemmen of wel het tegen vergoeding kopen van steunverklaringen om de partij op de kieslijst te krijgen.
- verklaring van [getuige 13] afgelegd op 2 februari 2006 , zakelijk weergegeven: Ik ben dakloze. Ik heb op 16 januari 2006 de ondersteuningsverklaring getekend. De reden dat ik deze ondersteuningsverklaring heb is dat ik ben benaderd door [verdachte]. [Verdachte] is een vent van bijna twee meter lang. [Verdachte] is niet dakloos. [Verdachte] vertelde dat hij van plan was het dak- en thuislozenprobleem aan te pakken. Hij wilde daar een politieke partij voor oprichten. Hij had daarvoor steun nodig en vroeg mij een ondersteuningsverklaring in te vullen. Ik wilde hem op basis van dat wat hij mij vertelde wel steunen. Als ik had geweten dat ik had getekend voor de politieke partij de Centrum Democraten dan had ik zeker niet getekend. [Verdachte] heeft mij valselijk voorgelicht.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van het hof, zakelijk weergegeven: Ik was voorzitter van de Gelderse Centrum Democraten en [medeverdachte] was secretaris van deze partij. Wij zijn dat nu ook nog.
Bewijsverweer
De raadsman voert aan dat alleen [getuige 5] verklaart geld van [verdachte] te hebben ontvangen. De raadsman betwist de betrouwbaarheid van deze getuige die tevens verdachte is en dat deze niet bruikbaar is voor het bewijs.
Het hof verwerpt het verweer.
Vrijwel alle getuigen verklaren op vrijwel gelijke wijze dat zij tegen betaling van 10 euro of door een valse voorstelling van zaken ertoe zijn gebracht om hun handtekening op de ondersteuningslijst te plaatsen, zo ook de getuige [getuige 5]. [Getuige 5] verklaart weliswaar als enige dat hij geld van verdachte zelf heeft ontvangen, doch andere getuigen verklaren dat verdachte in de buurt was bij het uitbetalen of dat verdachte er voor had gezorgd dat de secretaris van de Centrum Democraten 10 euro betaalde aan dak- en thuislozen. Het hof heeft geen enkele aanleiding om de getuige [getuige 5] op het punt van het betaald zijn door verdachte niet te geloven en acht de verklaring van [getuige 5] betrouwbaar en bruikbaar als bewijs.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 23 januari 2006 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, bij een verkiezing door
gift of belofte telkens kiezers, te weten [getuige 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11] en andere personen, heeft omgekocht danwel anderszins daartoe heeft gedwongen om een verklaring als bedoeld in artikel H4, eerste lid van de Kieswet, af te leggen ter
ondersteuning van een lijst;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf
Medeplegen van:
telkens bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkopen om een verklaring als bedoeld in artikel H4, eerste lid, af te leggen ter ondersteuning van een lijst.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Het hof acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden- dat verdachte als (potentieel) lijsttrekker en voorzitter van een politieke partij misbruik heeft gemaakt van kwetsbare, zwakkere personen. Verdachte kon niet voldoende ondersteuning krijgen voor zijn partij en heeft vervolgens onder meer daklozen –veelal tegen betaling- weten te brengen tot het plaatsen van hun handtekening op de ondersteuningslijst van de Centrum Democraten. Deze mensen waren echter niet op de hoogte van de doelstellingen van deze partij en hebben verklaard dat als zij dit wel geweten hadden, niet getekend zouden hebben. De deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal opgelegd worden om verdachte te weerhouden bij toekomstige verkiezingen op gelijke wijze ondersteuningsverklaringen te verkrijgen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel Z4 van de Kieswet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 2 (twee) maanden, niet zal worden ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr R. de Groot, voorzitter,
mr J.H.M. Zwinkels en mr A.P. Besier, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr P. Groot-Smits, griffier,
en op 9 juli 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.