ECLI:NL:GHARN:2007:BA2828
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Vaessen
- A. van den Brink
- J. Spek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens onverantwoorde keuzes en onvoldoende administratie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 februari 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek van appellant tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het verzoek was eerder door de rechtbank Zutphen afgewezen op 19 december 2006. De rechtbank oordeelde dat appellant niet te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden, wat deels te wijten was aan het niet voeren van een deugdelijke administratie binnen zijn vennootschap onder firma, [de V.o.f.].
Appellant, die van 2002 tot 2004 vennoot was van [de V.o.f.], had een aanzienlijke schuldenlast opgebouwd van € 152.784,82, terwijl de jaaromzetten naar eigen zeggen rond de € 45.000,- lagen. Het hof oordeelde dat appellant onverantwoorde keuzes had gemaakt, zoals het besteden van ongeveer € 30.000,- aan reclame en het aangaan van hogere huisvestingskosten door het betrekken van een eigen kantoorruimte. Deze keuzes stonden in schril contrast met de financiële situatie van de onderneming.
Het hof concludeerde dat appellant niet voldoende toezicht had gehouden op de derdengeldrekening die gebruikt werd voor de schuldhulpverlening, en dat hij had moeten begrijpen dat terugvordering van te veel betaalde bedragen moeilijk zou zijn. De persoonlijke omstandigheden die appellant aanvoerde, waren niet voldoende om tot een ander oordeel te komen. Het hof bekrachtigde dan ook het vonnis van de rechtbank en wees het verzoek van appellant af, waardoor hij niet werd toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.