ECLI:NL:GHARN:2007:BA2416
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.E. Haas
- Röben
- Van der Wiel-Rammeloo
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over bestemmingswijzigingswinst bij schenking van onroerend goed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 februari 2007 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de inkomstenbelasting van belanghebbende, die een agrarische onderneming drijft. De zaak betreft de belastingheffing over de bestemmingswijzigingswinst van twee percelen grond die belanghebbende aan zijn kinderen heeft geschonken. De Inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag opgelegd voor het jaar 2000, waarbij de bestemmingswijzigingswinst van de percelen werd belast. Belanghebbende betwistte de aanslag en stelde dat de percelen op een andere wijze waren overgedragen, namelijk als schenking, en dat de belastingheffing onterecht was.
Het Hof oordeelde dat de schenkingen niet op de wettelijk voorgeschreven wijze hadden plaatsgevonden, aangezien deze niet bij notariële akte waren vastgelegd. Hierdoor werden de schenkingen als nietig beschouwd. Het Hof concludeerde dat de Inspecteur terecht de bestemmingswijzigingswinst had belast, omdat de percelen tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende behoorden en de opbrengst aan hem was toegerekend. De argumenten van belanghebbende dat er sprake was van een koopovereenkomst met kwijtschelding van de koopsom werden verworpen, omdat er geen bewijs was voor deze stelling.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste juridische vorm bij schenkingen van onroerend goed en bevestigt dat de belastingdienst recht heeft om bestemmingswijzigingswinst te belasten wanneer de overdracht niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigde de aanslag van de Inspecteur.