ECLI:NL:GHARN:2006:BG6064
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- A. Ruys
- M. Roesingh-Bakels
- J. Wery
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 januari 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat door de officier van justitie was ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had op 6 juli 2005 de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in een verzoekschrift van verweerder, omdat er geen klacht van het slachtoffer was ingediend. Het hof oordeelde dat deze niet-ontvankelijkverklaring reparabel was en dat de wet niet in de weg stond aan een hernieuwde indiening van de zaak door de officier van justitie. De officier van justitie heeft de zaak opnieuw bij de rechtbank aangebracht, die op 6 oktober 2005 een vonnis heeft gewezen. Zowel de officier van justitie als verweerder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waardoor de zaak nog niet was geëindigd. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van verweerder gehoord in een openbare raadkamer op 19 december 2005. Verweerder is niet verschenen, maar de advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot niet-ontvankelijkheid van verweerder in zijn verzoekschrift. Het hof heeft deze conclusie overgenomen en de beschikking van de rechtbank vernietigd, waarbij verweerder niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is openbaar uitgesproken.