ECLI:NL:GHARN:2006:BG6064

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 januari 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR 10084
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • A. Ruys
  • M. Roesingh-Bakels
  • J. Wery
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 januari 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat door de officier van justitie was ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had op 6 juli 2005 de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in een verzoekschrift van verweerder, omdat er geen klacht van het slachtoffer was ingediend. Het hof oordeelde dat deze niet-ontvankelijkverklaring reparabel was en dat de wet niet in de weg stond aan een hernieuwde indiening van de zaak door de officier van justitie. De officier van justitie heeft de zaak opnieuw bij de rechtbank aangebracht, die op 6 oktober 2005 een vonnis heeft gewezen. Zowel de officier van justitie als verweerder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waardoor de zaak nog niet was geëindigd. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van verweerder gehoord in een openbare raadkamer op 19 december 2005. Verweerder is niet verschenen, maar de advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot niet-ontvankelijkheid van verweerder in zijn verzoekschrift. Het hof heeft deze conclusie overgenomen en de beschikking van de rechtbank vernietigd, waarbij verweerder niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
Pkn: 07-840121-04
Avnr: 10.084
Het gerechtshof te Arnhem heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Zwolle-Lelystad tegen de beschikking ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van de rechtbank te Zwolle-Lelystad van 6 juli 2005 inzake
[naam verweerder],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres verweerder],
hierna te noemen verweerder.
.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 19 december 2005 de advocaat-generaal en de raadsman van verweerder, [naam raadsman], advocaat te [plaatsnaam]. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Het hof heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift van verweerder, ingediend op 17 mei 2005 ter griffie van de rechtbank Zwolle-Lelystad;
- het proces-verbaal van de behandeling van het verzoek door de rechtbank;
- voormelde beschikking van de rechtbank;
- de akte van 20 juli 2005 opgemaakt door de griffier van de rechtbank te Zwolle-Lelystad, waarbij door de officier van justitie hoger beroep werd ingesteld tegen voormelde beschikking;
- de appelmemorie van de officier van justitie;
- de overige zich in het dossier bevindende stukken.
OVERWEGINGEN
1. Het hoger beroep is tijdig ingesteld.
2. De rechtbank heeft bij beschikking van 6 juli 2005 ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering aan verweerder toegekend een vergoeding uit
’s Rijks kas ten bedrage van € 8.429,70.
3. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en geconcludeerd dat verweerder niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het verzoekschrift, nu de zaak nog niet is geëindigd.
4. De raadsman heeft gepersisteerd bij het verzoek.
5. In de strafzaak tegen verweerder is door de rechtbank Zwolle-Lelystad bij vonnis van 14 april 2005 onder parketnummer 07-0840121-04 de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard omdat er door het slachtoffer geen klacht, zijnde een verzoek tot vervolging van verweerder, zou zijn ingediend.
Naar het oordeel van het hof is in dit geval de niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in het vonnis van 14 april 2005 reparabel en verzet de wet
zich er niet tegen dat de officier van justitie de zaak opnieuw bij de rechtbank aanbracht. De officier van justitie heeft de zaak opnieuw bij de rechtbank aangebracht. De rechtbank heeft daarop op 6 oktober 2005 vonnis gewezen. Tegen dit vonnis is zowel door verweerder als door de officier van justitie hoger beroep ingesteld. Naar het oordeel van het hof is dan ook de zaak nog niet geëindigd als bedoeld in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering.
Verweerder dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.
BESCHIKKENDE
Het hof:
- vernietigt de beschikking waarvan beroep en verklaart verweerder niet-ontvankelijk in het verzoek.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs Ruys, voorzitter, Roesingh-Bakels en Wery, raadsheren, in tegenwoordigheid van Berendsen, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 januari 2006.