ECLI:NL:GHARN:2006:BE9327

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNRS: 10662 en 10663
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige tenuitvoerlegging van terbeschikkingstelling met verpleging en verzoek om schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 augustus 2006 uitspraak gedaan over een verzoekschrift dat op 25 april 2006 was ingediend door de raadsman van verzoeker. Verzoeker, die op 27 mei 1998 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch was veroordeeld tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met verpleging, verzocht om een schadevergoeding voor het onterecht en onrechtmatig verblijf in een TBS-kliniek van 21 november 2004 tot en met 24 januari 2006. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van het hof op 24 januari 2006, waarbij de terbeschikkingstelling was beëindigd. Tijdens de openbare raadkamer op 3 juli 2006 heeft de advocaat-generaal en verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman, hun standpunten toegelicht.

De raadsman betoogde dat het verblijf van verzoeker in de TBS-kliniek onrechtmatig was en dat dit in strijd was met artikel 14, zesde lid, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Het hof overwoog echter dat, ongeacht de vraag of er sprake was van onrechtmatige tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling, het Wetboek van Strafvordering niet voorziet in de mogelijkheid om aan de strafrechter een vergoeding te verzoeken voor de geleden schade. Het hof verklaarde zich daarom onbevoegd om kennis te nemen van het verzoekschrift.

De uitspraak van het hof benadrukt de beperkingen van de mogelijkheden voor verzoekers om schadevergoeding te vragen in het kader van onrechtmatige tenuitvoerlegging van terbeschikkingstellingen. Het hof heeft de zaak afgesloten door zich onbevoegd te verklaren, wat betekent dat verzoeker geen recht heeft op de gevraagde schadevergoeding.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
TBS 2005\048
Avnr: 10662 en 10663
Het hof heeft gezien het op 25 april 2006 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van mr [naam raadsman], advocaat te [plaatsnaam], namens,
[naam verzoeker]
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
wonende te [adres verzoeker],
hierna te noemen verzoeker,
strekkende tot een vergoeding voor de schade welke verzoeker tengevolge van het onterecht en onrechtmatig verblijf in een Tbs-kliniek in de periode van 21 november 2004 tot en met 24 januari 2006 heeft geleden, vermeerderd met de kosten van indiening en behandeling van dit verzoekschrift.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 3 juli 2006 de advocaat-generaal en verzoeker, bijgestaan door [naam raadsman] voornoemd.
Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken.
OVERWEGINGEN
1. Verzoeker is op 27 mei 1998 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. De rechtbank Roermond heeft op 17 november 2004 beslist tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Bij beslissing van dit hof van 24 januari 2006 is de beslissing van de rechtbank Roermond vernietigd, waardoor de terbeschikkingstelling met ingang van 21 november 2004 is beëindigd. Verzoeker zou, aldus het verzoekschrift, derhalve in de periode van 21 november 2004 tot en met 24 januari 2006 onterecht en onrechtmatig in een TBS-kliniek hebben verbleven. Verzoeker vraagt een vergoeding voor de schade die hij in bovengenoemde periode heeft geleden tengevolge van het onrechtmatig verblijf in een TBS-kliniek.
2. Door de raadsman is ter terechtzitting betoogd dat, nu verzoeker onrechtmatig in een TBS-kliniek heeft verbleven, artikel 14, zesde lid, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten is geschonden.
3. Daargelaten de vraag of in het onderhavige geval sprake is van onrechtmatige tenuitvoerlegging van een terbeschikkingstelling met verpleging voorziet het Wetboek van Strafvordering naar het oordeel van het hof niet in de mogelijkheid om aan de strafrechter vergoeding te verzoeken voor dientengevolge geleden schade. Het hof zal zich dan ook onbevoegd verklaren.
BESCHIKKENDE
Het hof:
- verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het verzoekschrift.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs A.E. Harteveld, voorzitter,
H. Abbink en A. van Waarden, raadsheren, in tegenwoordigheid van B.J. Berendsen, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 augustus 2006.