ECLI:NL:GHARN:2006:AZ4716

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
VI 13/06
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding van de behandeling van de zaak in het kader van een lopende strafzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 29 november 2006, is de behandeling van de zaak aangehouden voor onbepaalde tijd. Het hof heeft in overweging genomen dat er meer informatie nodig is over het verloop van de lopende strafzaak tegen de veroordeelde. De veroordeelde heeft recentelijk enige openheid van zaken gegeven, wat het hof aanleiding geeft om het onderzoek te heropenen. De behandeling van de zaak zal worden aangehouden totdat de rechtbank Rotterdam een vonnis heeft gewezen in de nieuwe strafzaak tegen de veroordeelde.

De advocaat-generaal heeft verzocht om de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde achterwege te laten, in verband met een eerder opgelegde gevangenisstraf van acht jaren. De raadsvrouw van de veroordeelde heeft verzocht om de zaak aan te houden totdat er duidelijkheid is over de uitkomst van de nieuwe strafzaak. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en besloten dat de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd wordt aangehouden.

Het hof heeft de advocaat-generaal verzocht om de vordering na de uitspraak van de rechtbank Rotterdam opnieuw aan te brengen. De oproeping van de veroordeelde voor de volgende zitting zal plaatsvinden met tijdige kennisgeving aan de raadsman. Deze beslissing is genomen in het kader van de artikelen 15a, 15b en 15c van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op de voorwaarden voor vervroegde invrijheidstelling.

Uitspraak

VI-nummer: 13/06
Uitspraak: 29 november 2006
Gerechtshof te Arnhem
Kamer als bedoeld in artikel 67 van de wet op de rechterlijke organisatie.
Het hof heeft te beslissen op de op 29 augustus 2006 ingekomen vordering van de advocaat-generaal te Den Haag, van 25 augustus 2006, strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van:
[VEROORDEELDE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Het hof heeft ter openbare terechtzitting van 15 november 2006 gehoord de veroordeelde en de raadsvrouw van veroordeelde, mr V.A. Vreeling, advocaat te Amsterdam, alsmede de advocaat-generaal bij dit hof, die heeft geconcludeerd de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling geheel toe te wijzen.
Overwegingen
De vordering strekt ertoe dat de vervroegde invrijheidstelling met betrekking tot de bij arrest van 19 december 2002 van het gerechtshof te Den Haag opgelegde gevangenisstraf van acht jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, achterwege zal blijven.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting primair verzocht de zaak aan te houden teneinde op de uitkomst in de strafzaak tegen veroordeelde te wachten.
Met de raadsvrouw is het hof van oordeel dat het wenselijk is meer informatie te verkrijgen omtrent het verloop van de thans lopende strafzaak tegen veroordeelde. Hierbij heeft het hof in aanmerking genomen dat de veroordeelde pas recent tegenover de politie en thans ter zitting van het hof enige opening van zaken geeft over hetgeen hem wordt verweten.
Het hof heropent derhalve het onderzoek en bepaalt, dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden totdat de rechtbank Rotterdam in het kader van de nieuwe strafzaak vonnis heeft gewezen. De advocaat-generaal wordt verzocht de vordering na ommekomst van het bovenstaande weer op zitting aan te brengen.
Toegepaste wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 15a en 15b en 15c van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
Het hof:
-heropent het onderzoek;
-bepaalt, dat de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd wordt aangehouden, totdat de rechtbank Rotterdam in het kader van de nieuwe strafzaak vonnis heeft gewezen;
-verzoekt de advocaat-generaal de vordering na ommekomst van het bovenstaande in overleg met de voorzitter weer op zitting aan te brengen;
-beveelt de oproeping van veroordeelde tegen de nog nader te bepalen terechtzitting en met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van veroordeelde.
Aldus gewezen door:
mr P.C. Vegter, voorzitter
mrs J.M.J. Denie en H.G.W. Stikkelbroeck, raadsheren
in tegenwoordigheid van mr N.M.H. van Ek, griffier
en op 29 november 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.