ECLI:NL:GHARN:2006:AY9967
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- prof. mr. Hermans
- mrs. Garos
- mrs. Onnes-Wind
- mr. Streppel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering op basis van niet uitzichtloze financiële situatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 oktober 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] om de schuldsaneringsregeling toe te passen. Het hof oordeelde dat [appellant] niet in een uitzichtloze financiële situatie verkeert, zoals bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Het hof baseerde zijn oordeel op de feiten dat [appellant] in staat is om zijn schulden te blijven betalen en dat hij in onderhandeling is over een nieuwe dienstbetrekking, wat zijn financiële situatie zou verbeteren.
Het verzoek van [appellant] was eerder door de rechtbank Zwolle-Lelystad afgewezen op 31 juli 2006. De rechtbank oordeelde dat [appellant] niet te goeder trouw was geweest bij het aangaan van zijn schulden aan verschillende banken en creditcardmaatschappijen. In hoger beroep heeft [appellant] betoogd dat hij destijds over voldoende aflossingsmogelijkheden beschikte en dat zijn financiële problemen voortkwamen uit ziekte en het beëindigen van zijn onderneming.
Het hof heeft de argumenten van [appellant] zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat zijn schuldenlast niet zodanig was dat hij in aanmerking kwam voor de schuldsaneringsregeling. De schuldenlast van [appellant] op 4 mei 2006 bedroeg €309.147,53, terwijl hij een bijstandsuitkering ontving en daarnaast een klein inkomen uit andere bron. Het hof concludeerde dat [appellant] in staat was om zijn schulden te blijven aflossen en dat hij niet voldeed aan de criteria voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van [appellant] afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 sub a van de Faillissementswet. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de wetgeving die bedoeld is om natuurlijke personen in uitzichtloze financiële situaties te helpen, maar stelt ook dat niet iedereen die in financiële problemen verkeert automatisch in aanmerking komt voor deze regeling.