ECLI:NL:GHARN:2006:AY9764

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\155
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Stikkelbroeck
  • mrs. Verheugt
  • mrs. Lensing
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling na beroep tegen longstay-plaatsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 oktober 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Roermond van 17 mei 2006, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat de rechtbank haar beslissing niet tijdig heeft genomen, zoals vereist door artikel 509t, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor vernietigt het hof de beslissing van de rechtbank. De betrokkene, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke, passief-agressieve en antisociale kenmerken, heeft een hoog recidiverisico. Het hof wijst ook het verzoek tot aanhouding af, omdat het te vroeg is om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het hof benadrukt dat de betrokkene een duidelijke structuur nodig heeft om te functioneren zonder uitspattingen. Gezien de onduidelijkheid over het vervolgtraject na het beroep bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) tegen de longstay-plaatsing, besluit het hof de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Dit biedt de rechtbank de gelegenheid om de beslissing van de RSJ af te wachten, zodat er meer duidelijkheid kan komen over de situatie van de betrokkene. Het hof maakt duidelijk dat de betrokkene hieruit geen verwachtingen kan afleiden over de totale duur van de terbeschikkingstelling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\155
Beslissing d.d. 2 oktober 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
onder gezag van [Instituut]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Roermond van 17 mei 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
? Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, gelet op artikel 509t, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de rechtbank niet binnen twee maanden na het indienen van de verlengingsvordering van de officier van justitie haar beslissing heeft genomen en daar het recht doet mede op grond van nieuwe stukken.
? Het verzoek tot aanhouding om onderzoek te laten doen naar de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen, omdat het hof het hiervoor te vroeg vindt. Bij betrokkene is sprake van beheersproblematiek. Hij heeft een heel duidelijke structuur nodig om te kunnen functioneren zonder uitspattingen.
? In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat.
Uit het verlengingsadvies volgt dat bij betrokkene sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke, passief-agressieve en antisociale kenmerken. Het recidiverisico is nog onverminderd aanwezig.
In de brief inhoudende de recente ontwikkelingen van betrokkene, gedateerd 4 september 2006, wordt aangegeven dat er een longstay-plaatsing was aangevraagd, doch afgewezen vanwege het gegeven dat het delict te licht werd bevonden voor een langdurig verblijf in een TBS-kliniek. Uiteindelijk is alsnog een longstay plaatsing gerealiseerd vanwege de gebleken problemen rond plaatsing in een resocialisatietraject. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen deze plaatsing bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Er is nog geen beslissing op het ingestelde beroep genomen. In de brief wordt aangegeven dat, in het geval de RSJ het beroep gegrond verklaart, betrokkene zal worden heropgenomen in een behandelkliniek.
Nu onvoldoende duidelijk is wat het vervolgtraject zal zijn, ziet het hof -hoewel er geen reden is om aan te nemen dat de terbeschikkingstelling na dat jaar zal worden beëindigd- aanleiding de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, zodat bij de komende verlengingszitting bij de rechtbank de beslissing van de RSJ met betrekking tot het beroep tegen de longstay-plaatsing bekend is en derhalve meer duidelijkheid kan worden verschaft over de stand van zaken. Het hof benadrukt hierbij ten overvloede dat door betrokkene hieruit geen verwachtingen kunnen worden afgeleid ten aanzien van de duur van de terbeschikkingstelling in haar geheel.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Roermond van 17 mei 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Aldus gedaan door
mr Stikkelbroeck als voorzitter,
mrs Verheugt en Lensing als raadsheren,
en drs Van Iersel en dr Van Kordelaar als raden,
in tegenwoordigheid van mr Van Ek als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2006.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.