ECLI:NL:GHARN:2006:AY9761
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Stikkelbroeck
- A. Verheugt
- J. Lensing
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing inzake terbeschikkingstelling en reïntegratie van betrokkene
In deze tussenbeslissing van het Gerechtshof Arnhem, gedateerd 2 oktober 2006, wordt ingegaan op de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die onder toezicht staat van een kliniek. Het hof constateert dat er een patstelling is ontstaan tussen de betrokkene en de kliniek, waardoor de voortgang van de behandeling en resocialisatie stagneert. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering van de officier van justitie wordt afgewezen, mede vanwege de problematische omgang van de kliniek met een melding van de ex-vriendin van de betrokkene. Het hof heeft in eerdere beslissingen al aangegeven dat de situatie met de ex-vriendin een impasse heeft gecreëerd, wat de resocialisatie bemoeilijkt.
Het hof heeft de noodzaak vastgesteld om een rapportage op te stellen door de reclassering, waarin de voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling worden geformuleerd. De psycholoog en psychiater hebben in hun rapportages aangegeven dat het delictgevaar nog niet tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, wat een beëindiging van de terbeschikkingstelling op dit moment niet mogelijk maakt. Het hof benadrukt het belang van een spoedige voortgang in de zaak, gezien de grote tijdsdruk die op de reclassering wordt gelegd.
De behandeling van de zaak wordt heropend en het hof verzoekt de advocaat-generaal om zorg te dragen voor de nadere rapportage. Tevens wordt de reclasseringswerker, die het rapport heeft opgesteld, als getuige-deskundige opgeroepen voor de zitting. De beslissing van de rechtbank te Haarlem van 11 april 2006, die de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengde, wordt in deze context opnieuw bezien.