ECLI:NL:GHARN:2006:AY7277
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Amsterdam
- Ettema
- Monsma
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en zelfstandigheid van een praktijkgedeelte in een huisartsenpraktijk
In deze zaak gaat het om een beroep van Maatschap X te Z tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 april 2000 tot en met 1 november 2001 en bedraagt fl. 56.975,-. Belanghebbende, die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht, heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur heeft deze gehandhaafd. De kern van het geschil is of de Inspecteur terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd, waarbij de zelfstandigheid van het praktijkgedeelte van de huisartsenpraktijk centraal staat.
De feiten zijn als volgt: belanghebbende is op 12 mei 2000 aangemeld als ondernemer voor de omzetbelasting. De Inspecteur stelt dat door de verbouwing van het praktijkgedeelte sprake is van een levering in de zin van artikel 3, eerste lid, letter h van de Wet op de omzetbelasting. Belanghebbende betwist dit en stelt dat het praktijkgedeelte onvoldoende zelfstandigheid bezit en dat er geen nieuw vervaardigd goed is ontstaan. De Inspecteur is van mening dat de verbouwing wel degelijk leidt tot een nieuwe onroerende zaak, waardoor de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
Het Hof oordeelt dat het praktijkgedeelte in bouwtechnisch opzicht een van het woongedeelte te onderscheiden onroerende zaak is. Het praktijkgedeelte is voorzien van alle noodzakelijke voorzieningen voor zelfstandig gebruik en is niet afhankelijk van het woongedeelte. Het Hof concludeert dat de juridische eigendom van het pand bij de vennoten berust, maar dat het economisch eigendom van het praktijkgedeelte in de maatschap is ingebracht. Hierdoor heeft belanghebbende de feitelijke beschikkingsmacht over het praktijkgedeelte verkregen.
De uitspraak van het Hof is dat het beroep van belanghebbende ongegrond wordt verklaard. De Inspecteur heeft de naheffingsaanslag terecht opgelegd, aangezien het praktijkgedeelte tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende behoort. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.