ECLI:NL:GHARN:2006:AY5387
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. van den Brink
- R. Rijken
- A. Vaessen
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van de ondernemer voor schulden voortvloeiend uit onoorbare handelingen binnen de onderneming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 juni 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verantwoordelijkheid van [appellante] voor schulden die voortvloeiden uit onoorbare handelingen binnen haar onderneming. De onderneming stond vanaf 1 januari 2001 op naam van [appellante], die ook feitelijk als chauffeur binnen de onderneming werkzaam was. Het hof oordeelde dat [appellante] niet te goeder trouw was ten aanzien van de schuld aan NUON van € 98.754,78, die voortkwam uit een hennepkwekerij die in de bedrijfsloods was aangetroffen. Ondanks haar ontkenning van kennis van de kwekerij, oordeelde het hof dat het niet geloofwaardig was dat zij niet op de hoogte was van de illegale activiteiten, gezien de lange periode van exploitatie en de huurinkomsten die haar echtgenoot ontving.
Het hof benadrukte dat [appellante] als ondernemer verantwoordelijk is voor de gang van zaken binnen de onderneming en dat zij het risico nam op schulden door de onderneming op haar naam te zetten. Het hof concludeerde dat zij onvoldoende toezicht had gehouden op de bedrijfsvoering, wat haar te verwijten viel. De rechtbank had eerder het verzoek van [appellante] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, en het hof bevestigde deze beslissing. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juni 2006, waarbij zowel [appellante] als haar echtgenoot en de curator aanwezig waren. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij het verzoek van [appellante] om de schuldsaneringsregeling toe te passen werd afgewezen.