ECLI:NL:GHARN:2006:AX9371

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\109
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. Stikkelbroeck
  • D. Dik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van delictgevaar en medicatie mogelijkheden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Breda van 3 maart 2006, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. De raadsman van de betrokkene heeft betoogd dat er onderzoek moet worden verricht naar de mogelijkheden van alcoholremmende medicatie. Het hof heeft overwogen dat het zeer waarschijnlijk is dat de kliniek in de nabije toekomst onderzoek zal doen naar het gebruik van zowel alcoholremmende als libidoremmende medicatie, gezien de fysieke conditie van de betrokkene. Dit onderzoek is van belang voor de kwaliteit van leven van de betrokkene.

Het hof heeft vastgesteld dat er nog steeds een aanzienlijk delictgevaar aanwezig is en dat de betrokkene behoefte heeft aan structuur en begeleiding. Daarom heeft het hof besloten om de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar te verlengen. De beslissing is genomen op basis van nieuwe stukken en advisering, waarbij het hof heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De betrokkene vertoont ernstige stoornissen in de persoonlijkheid en alcoholafhankelijkheid, en zonder de nodige begeleiding is de kans op recidive aanzienlijk.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. M. Verheugt, samen met de raadsheren mrs. A. Stikkelbroeck en D. Dik, en de raden dr. Schaap en drs. Van Weers, in aanwezigheid van griffier mr. Jansen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 juni 2006.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\109
Beslissing d.d. 26 juni 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Breda van 3 maart 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het hof recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken.
In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Uit het verlengingsadvies volgt dat bij betrokkene sprake is van diverse ernstige stoornissen in de persoonlijkheid en alcoholafhankelijkheid. Zonder structuur en begeleiding is het zeer aannemelijk dat seksuele misdragingen weer plaatsvinden. De kans op recidive is niet verminderd. De raadsman van betrokkene heeft betoogd dat onderzoek moet worden verrichten naar de mogelijkheden van alcoholremmende medicatie. Het hof acht het zeer wel denkbaar dat in de komende periode door de kliniek onderzoek zal worden verricht naar het gebruik (ook gezien de fysieke conditie van betrokkene) van zowel alcoholremmende medicatie als libidoremmende medicatie, nu dergelijke medicatie van belang kan zijn voor de kwaliteit van leven van betrokkene.
Gelet op het onverminderd aanwezige delictgevaar en het feit dat betrokkene structuur en begeleiding nodig heeft, is het hof van oordeel dat een verlenging met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Breda van 3 maart 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Stikkelbroeck en Dik als raadsheren,
en dr Schaap en drs Van Weers als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2006.
Mr Dik en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.