ECLI:NL:GHARN:2006:AX6439

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
30 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\060
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • L. Lauwaars
  • A. Stikkelbroeck
  • P. Schudel
  • P. Raes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na ernstige delictgevaar en psychische stoornissen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 mei 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en antisociale persoonlijkheidstrekken. De terbeschikkingstelling is oorspronkelijk ingegaan op 29 juli 1991 en de betrokkene verblijft sinds lange tijd in een huis van bewaring. Het hof oordeelt dat de betrokkene nog steeds langdurig zorg, structuur en begeleiding nodig heeft, en dat er een aanzienlijk delictgevaar aanwezig is. De rechtbank te 's-Gravenhage had eerder op 22 december 2005 de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, maar het hof vernietigt deze beslissing omdat de rechtbank niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee maanden heeft beslist op de verlengingsvordering van de officier van justitie.

Het hof wijst het verzoek van de raadsman tot aanhouding af, omdat uit het rapport van psychiater Westendorp blijkt dat ambulante behandeling onvoldoende waarborgen biedt om het recidivegevaar af te wenden. Het hof benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De betrokkene heeft een lange geschiedenis van delictgedrag, waaronder een veroordeling in 1985 voor een overval met dodelijke afloop. Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar moet worden verlengd, om de nodige structuur en begeleiding te waarborgen en om het risico op recidive te minimaliseren.

De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren. Het hof roept op tot spoedige heropname van de betrokkene in een inrichting voor terbeschikkinggestelden, om de noodzakelijke klinische psychiatrische behandeling te starten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\060
Beslissing d.d. 30 mei 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 22 december 2005, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
1. Het hof dient de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage te vernietigen, gelet op artikel 509t, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de rechtbank niet binnen twee maanden na het indienen van de verlengingsvordering van de officier van justitie haar beslissing heeft genomen.
2. De terbeschikkingstelling van betrokkene is ingegaan op 29 juli 1991 en loopt dus thans meer dan veertien jaren. Dit tijdsverloop in relatie tot de ernst van het delict waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd (ter zake van poging tot zware mishandeling) moet mede in aanmerking worden genomen bij de verlengingsbeslissing.
Het hof is van oordeel dat bij een afweging van de belangen van de terbeschikkinggestelde en die van de maatschappij, naar mate de maatregel van terbeschikkingstelling langer duurt, het belang van de terbeschikkinggestelde steeds zwaarder dient te wegen. Het tijdsverloop dient niet alleen te worden beschouwd in het perspectief van de ernst van het delict, maar tevens moeten de aard van de stoornis en het actuele recidivegevaar in aanmerking worden genomen.
Uit het advies van psychiater Westendorp volgt dat betrokkene lijdende is aan schizofrenie. Daarnaast is sprake van antisociale persoonlijkheidstrekken en misbruik van cannabis. Bij het wegvallen van de structuur, het niet innemen van medicijnen en drugsgebruik wordt de kans groot geacht dat betrokkene snel ernstig psychotisch zal decompenseren. Het wordt aannemelijk geacht dat de paranoïde gedachten die de psychose zouden veroorzaken hem ernstig agressief zullen maken. Op 11 juni 2005 heeft dit hof bevolen dat de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging wordt opgeheven met last tot hervatting van de verpleging van overheidswege. Daarnaast is rekening gehouden met de omstandigheid dat betrokkene in 1985 is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren wegens een overval met dodelijke afloop.
Gelet op het bovenstaande is een verlenging van de terbeschikkingstelling, zoals in de hierna te vermelden beslissing is vervat, aangewezen.
3. Het verzoek van de raadsman tot aanhouding teneinde te onderzoeken of een passend alternatief voorhanden is dan de maatregel van terbeschikkingstelling wordt afgewezen. Uit het rapport van psychiater Westendorp volgt dat ambulante behandeling onvoldoende waarborgen biedt om het recidivegevaar af te wenden. Het aanbieden van intensieve, externe structuur vanuit de kliniek wordt noodzakelijk geacht.
4. In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat.
Betrokkene is afhankelijk van externe structuur om gedragsontregeling en delictrisico te voorkomen. Wanneer de structuur wegvalt, verslechtert het beeld, nemen de bedreigingen en het geweld toe, totdat de structuur wederom wordt geïntensiveerd. Gelet op het aanwezige delictgevaar en het feit dat betrokkene nog langdurig zorg, structuur en begeleiding nodig heeft, is het hof van oordeel dat een verlenging met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
Bij beslissing van 11 juli 2005 heeft het hof het volgende overwogen:
"De terbeschikkingstelling van betrokkene heeft reeds lange tijd geduurd en was aanbeland in de laatste fase. Gelet daarop dient het geven van een bevel tot hervatting van de verpleging van overheidswege slechts in uitzonderlijke situaties waarin alternatieven ontbreken te worden gegeven. Het hof ziet binnen het beperkte kader van de door de wet toegekende beslissingsbevoegdheden in het onderhavige geval geen andere mogelijkheid dan hervatting van de verpleging. Gelet op het karakter van deze beslissing is het aangewezen dat de uitvoering daarvan zo spoedig mogelijk een aanvang neemt door heropname in een
inrichting voor terbeschikkinggestelden. Vervolgens blijft het aangewezen om te streven naar spoedige terugkeer in de samenleving in het kader van enige vorm van verlof".
Het hof constateert dat betrokkene negen maanden na deze beslissing nog steeds in een huis van bewaring verblijft. Het hof gaat er vanuit dat thans met grote spoed de nodige inspanningen worden verricht teneinde een traject van klinische psychiatrische behandeling in te zetten.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 22 december 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Lauwaars en Stikkelbroeck als raadsheren,
en prof dr Schudel en prof dr Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr Van Ek als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.