ECLI:NL:GHARN:2006:AX4925
Gerechtshof Arnhem
- Voorlopige voorziening
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Beslag op huisraad in verband met vermeende belastingschuld ter zake van het aanhouden van een Luxemburgse bankrekening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 april 2006 uitspraak gedaan over een verzoek tot voorlopige voorziening van belanghebbende, die in verband met een vermeende belastingschuld beslag had laten leggen op zijn huisraad. De belanghebbende, aangeduid als X, had beroep ingesteld tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting voor de jaren 1990 en 1991. De inspecteur van de Belastingdienst, aangeduid als P, had deze aanslagen opgelegd op basis van informatie over een Luxemburgse bankrekening die de belanghebbende zou hebben gehad.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 april 2006, waarbij zowel de belanghebbende als zijn gemachtigde, alsook de Ontvanger en de Inspecteur aanwezig waren, heeft de belanghebbende betoogd dat de aanslagen berustten op onrechtmatig verkregen bewijs en dat er geen bewijs was dat hij in de jaren 1990 en 1991 over een bankrekening beschikte. De inspecteur daarentegen stelde dat de methode om de identiteit van rekeninghouders vast te stellen betrouwbaar was en dat de belanghebbende strafrechtelijk was veroordeeld voor het doen van een onjuiste aangifte.
De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel er kritiek was op de gronden van de aanslagen, er onvoldoende twijfel bestond over de rechtmatigheid ervan om het verzoek van de belanghebbende te honoreren. De voorzieningenrechter weegt de belangen van de belanghebbende, die zijn huisraad snel terug wilde, tegen de belangen van de fiscus, die het risico liep dat de vordering niet meer kon worden verhaald als het beslag werd opgeheven. Uiteindelijk werd het verzoek tot opheffing van het beslag afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling.