ECLI:NL:GHARN:2006:AX4214

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-002905-05
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelneming aan een criminele organisatie en mensenhandel in Zwolle

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 mei 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die was veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en mensenhandel. De verdachte, geboren in 1971 en woonachtig in Zwolle, werd beschuldigd van deelname aan een organisatie die zich bezighield met mensenhandel, zoals gedefinieerd in artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht. De tenlastelegging omvatte meerdere gevallen van mensenhandel, waarbij slachtoffers uit Bulgarije naar Nederland werden gebracht en gedwongen werden tot prostitutie. Het hof overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachten gebruik maakten van de kwetsbare positie van deze vrouwen, die vaak illegaal in Nederland verbleven en financieel afhankelijk waren. De verdachte had de vrouwen in een afhankelijke situatie gebracht, waardoor zij geen andere keuze hadden dan zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen. Het hof verwierp de verweren van de verdediging en oordeelde dat de dagvaarding voldoende feitelijk was ingekleed. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en het belang van het bestrijden van mensenhandel en illegale prostitutie.

Uitspraak

Parketnummer: 21-002905-05
Uitspraak d.d.: 23 mei 2006
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Arnhem
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Zwolle van 31 mei 2005 in de strafzaak tegen
[VERDACHTE],
geboren te [geboorteplaats] in 1971,
wonende te [woonplaats].
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 2 februari 2006, 9 mei 2006 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting opgegeven dat het openbaar ministerie geen rechtsmiddel heeft willen instellen tegen dat deel van het vonnis, waarvan beroep, waarbij verdachte ter zake van de onder parketnummer 07/630140-04A tenlastegelegde overtredingen werd veroordeeld, zodat het hof verstaat dat het hoger beroep van de officier van justitie uitsluitend is gericht tegen dat deel van het vonnis, waarvan beroep, waarbij verdachte ter zake van het bij dagvaarding met parketnummer 07/630140-04 (aangepast) onder 1 tot en met 8 tenlastegelegde werd vrijgesproken.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, vernietigen omdat het zich met de inhoud daarvan niet kan verenigen. Het hof zal daarom opnieuw recht doen.
Geldigheid van de inleidende dagvaarding
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte betoogd, dat de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde onbegrijpelijk is, aangezien die tenlastelegging onvoldoende feitelijk is ingekleed. Gelet hierop moet de dagvaarding in zoverre nietig verklaard worden.
Het hof overweegt in dat verband het volgende:
Bij artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht wordt als zelfstandig misdrijf strafbaar gesteld de deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. In het onderhavige geval is de tenlastelegging nader gespecificeerd door de omschrijving dat het het misdrijf mensenhandel betreft als bedoeld in artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht. Die verwijzing is niet onbegrijpelijk of anderszins strijdig met de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. Daarbij komt enerzijds belang toe aan het gegeven dat aan verdachte, naast het bestreden misdrijf van deelname aan een criminele organisatie, in dezelfde periode (vrijwel) uitsluitend gevallen van mensenhandel zijn tenlastegelegd waarvan verdachte blijkt heeft gegeven de strekking te begrijpen, zodat er geen misverstand over kan bestaan dat het onder 1 tenlastegelegde betrekking heeft op die andere tenlastegelegde feiten. Anderzijds moet vastgesteld worden dat verdachte blijkens de processen-verbaal van de in eerste aanleg gehouden terechtzittingen geen verweer heeft gevoerd over de begrijpelijkheid van de dagvaarding, noch op andere wijze heeft aangegeven dat hij de beschuldiging zoals verwoord in het onder 1 tenlastegelegde feit niet begrepen heeft, bijvoorbeeld bij gelegenheid van de door de officier van justitie gevorderde nadere omschrijving van de tenlastelegging. Nu het hof ook overigens niet is gebleken van een omstandigheid die tot een ander oordeel zou nopen, moet het verweer verworpen worden.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na toewijzing van de vordering nadere omschrijving tenlastelegging- tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie welke werd gevormd door hem verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk mensenhandel zoals bedoeld in artikel 250a wetboek van strafrecht, welke organisatie door hem, verdachte, en/of zijn mededader [medeverdachte 1] is opgericht en/of aan welke organisatie door hem, verdachte, en/of zijn mededader [medeverdachte 1] feitelijk leiding werd/is gegeven en/of tot het plegen van een of meer van bovengenoemde misdrijven door hem, verdachte, en/of zijn mededader [medeverdachte 1] opdracht is gegeven en/of aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) door hem, verdachte, en/of zijn mededader [medeverdachte 1] feitelijk leiding is gegeven;
(zakendossier 1)
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam Desi), door geweld of één of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden heeft gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam Desi), een of meermalen heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam Desi), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] (roepnaam Desi) zich door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 oktober 2002 tot en met 19 juli 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 1] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij in Bulgarije vanaf 2002 een relatie had met ene "Nasko";
- "Nasko" haar kennis heeft laten maken met ene "Kiro" die haar tegen haar zin in, in de prostitutie bracht;
- zij als prostituee in Bulgarije gedwongen heeft gewerkt voor deze "Nasko"en/of "Kiro";
- zij haar verdiensten (grotendeels) heeft moeten afstaan aan "Nasko" en/of "Kiro";
- zij in Bulgarije voortdurend onder toezicht stond van "Nasko"en/of "Kiro;
- zij door "Kiro" in contact is gekomen met “Bobby" [medeverdachte 5];
- zij door [medeverdachte 5] in oktober 2002 naar Nederland is gebracht, om voor hem in prostitutie te gaan werken;
- [medeverdachte 5] haar reis, onderdak en werkplek regelde;
- [medeverdachte 5] haar paspoort afnam, gedurende haar reis en ook in Nederland;
- [medeverdachte 5] haar in een nachtclub/privéhuis onderbracht in Emmen en/of Coevorden;
- [medeverdachte 5] haar heeft laten werken in de prostitutie bij club Domino in Coevorden;
- verdachte haar met medeweten van en/of in opdracht van en/of op verzoek van [medeverdachte 5] (meermalen) heeft opgehaald en heeft ondergebracht in Zwolle;
- verdachte vanaf dit moment op de hoogte is geweest van haar achtergrond;
- zij vervolgens is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of anderen een of meermalen met een auto naar een klant is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij door [medeverdachte 5] en/of verdachte en/of [medeverdachte 1] meermalen te horen heeft gekregen dat zij beschikbaar moest zijn om als prostituee vierentwintig uur per dag beschikbaar moest zijn;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen aan [medeverdachte 5] en/of verdachte en/of [medeverdachte 1];
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland;
- zij in Nederland voortdurend in de gaten is gehouden door [medeverdachte 5] en/of verdachte en/of [medeverdachte 1];
- verdachte er van op de hoogte was dat zij slechts als illegale prostituee kon werken in Nederland;
- verdachte op de hoogte was van haar angsten voor "Kiro" en/of "Bobby" en of anderen in Bulgarije;
- verdachte wist dat [medeverdachte 1] 5.000,-- euro heeft betaald aan [medeverdachte 5] en/of "Kiro" als (af)koopsom voor haar en/of
- zij door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, (ook) in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 3)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 7] (ook wel genoemd Valla), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 2] (ook wel genoemd Valla), heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 2] (ook wel genoemd Valla), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte enlof zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 juli 2003 tot en met 1 mei 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 2] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- verdachte en/of zijn mededader(s) wisten dat zij, [slachtoffer 2], in Bulgarije schulden had;
- verdachte en zijn mededader(s) in hun escortbedrijf eerder Bulgaarse prostituees hadden aangeworven;
- verdachte en/of zijn mededader(s) een van die prostituees, [slachtoffer 3], hebben aangemoedigd en/of gevraagd om nog vriendinnen over te laten komen om voor hen te gaan werken in de prostitutie;
- zij, [slachtoffer 2], door deze [slachtoffer 3] in juli 2003 is gevraagd te komen naar Nederland om geld te verdienen als schoonmaakster en/of kinderoppas;
- zij in Nederland is aangekomen en is opgewacht door [slachtoffer 3], haar zus "Kamelia" en door mededader [medeverdachte 3], in opdracht van en/of op verzoek van verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij door [medeverdachte 3] in Zwolle is ondergebracht bij mededader [medeverdachte 4] en later bij [medeverdachte 3] zelf, in opdracht van en/of op verzoek van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij hiervoor geld moest betalen aan deze [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3];
- zij dit onderdak slechts kon behouden indien zij prostitutiewerk zou aanvaarden bij verdachte en/of zijn mededaders;
- haar al snel bleek dat zij slechts prostitutiewerk kon verrichtten;
- zij zich gedwongen voelde om dit werk te verrichtten, omdat zij geen keus had, immers zij had geld nodig om de kosten van levensonderhoud en haar terugreis te betalen en om haar schulden in Bulgarije af te lossen;
- zij is voorgesteld aan verdachte, die vertelde dat zij voor hem kon gaan werken in de prostitutie, wetende dat zij dit niet kon weigeren, nu zij in een slechts financiële positie zat;
- hij, verdachte, haar instructies heeft gegeven met betrekking tot het werk en de betalingen;
- zij 45 euro per uur zou verdienen;
- zij tegen klanten moest zeggen dat zij uit Griekenland afkomstig was;
- zij vervolgens is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen (om kosten te vergoeden);
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland;
- zij door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, (ook) in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 4)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250e lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 3] (roepnaam Yasmin(a)/werknaam Tina), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 3] (roepnaam Yasmin(a)/werknaam Tina), heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen
betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 3] (roepnaam Yasmin(a)/werknaam Tina), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 januari 2003 tot en met 1 september 2003, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 3] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij in februari 2003 in Nederland verblijf hield;
- zij hier illegaal verblijf had en zij het land uit moest;
- zij toch wilde blijven en toen aan het werk is gegaan in de illegale escort, om in haar levensonderhoud te voorzien;
- zij o.a. voor 038 en Cupido is gaan werken als prostituee in de periode februari tot en met april 2003 en eind juli tot en met 31 augustus 2003;
- zij in die perioden is ondergebracht in de woning bij [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4];
- zij hiervoor geld moest betalen aan deze [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3];
- zij dit onderdak slechts kon behouden indien zij prostitutiewerk zou aanvaarden bij verdachte en/of zijn mededaders;
- zij vervolgens is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen (om kosten te vergoeden);
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland en/of
- haar door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 5)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 1 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 4] (roepnaam Tina/werknaam Yasmina), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 1 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 4] (roepnaam Tina/werknaam Yasmina), heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 1 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 4] (roepnaam Tina/werknaam Yasmina), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 december 2003 tot en met 1 april 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 4] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1] haar via haar zus Valla voor haar komst naar Nederland aanbood om bij hem in de escort te werken;
- verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1], nadat zij in december 2003 met de bus naar Nederland was gereisd en/of in Utrecht was aangekomen, met de auto uit Utrecht heeft/hebben opgehaald en/of naar Zwolle heeft/hebben gebracht;
- verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1] haar onderdak hebben verschaft bij [medeverdachte 4];
- verdachte wist dat zij weinig geld had en geld moest verdienen om schulden af te lossen;
- zij o.a. voor 038 en Cupido is gaan werken als prostituee in de periode 1 december 2003 - -1 april 2004;
- zij in die periode is ondergebracht in de woning bij [medeverdachte 4] zij hiervoor geld moest betalen aan deze [medeverdachte 4];
- zij dit onderdak slechts kon behouden indien zij prostitutiewerk zou aanvaarden bij verdachte en/of zijn mededaders;
- verdachte en zijn mededader(s) haar meerdere malen hebben gereden van en naar een klant;
- zij vervolgens is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen (om kosten te vergoeden);
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland;
- haar door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 6)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahflond 1 wetboek van strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 12 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 5] (roep-/werknaam Diana), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2004 tot 12 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 5] (roep-/werknaam Diana) heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 12 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 5] (roep-/werknaam Diana), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 5] zich door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 januari 2004 tot 12 april 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 5] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij door verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1] via [slachtoffer 1] is aangeworven om in Nederland te komen werken (als illegale keukenhulp);
- zij hier mee instemde, gelet op de slechts economische positie die zij heeft in Bulgarije en gelet op de verdiensten die haar werden voorgespiegeld;
- zij vervolgens op 18 januari 2004 naar Nederland is gereisd;
- zij bij haar aankomst in Nederland door o.a. [medeverdachte 1] is afgehaald en vervolgens door hem met de auto naar Zwolle is gebracht;
- verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1] haar onderdak hebben verschaft bij [medeverdachte 3] en later bij [medeverdachte 2];
- zij bang was, nu zij op de dag van haar aankomst bij [medeverdachte 3] door [medeverdachte 1] in de woning alleen is achtergelaten en zij hem niet kende en zij de Nederlandse taal niet spreekt;
- haar een dag later door [medeverdachte 1] is verteld dat zij slechts één baan kon krijgen, namelijk als prostituee;
- zij zich gedwongen voelde, gelet op haar slechte financiële positie, dit werk te aanvaarden;
- zij vlak na haar aankomst in Nederland is gaan werken in het escortbedrijf van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- haar werknaam "Diana" is geweest;
- zij gedurende ongeveer anderhalve maand gewerkt heeft als prostituee in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of een andere chauffeur in opdracht van verdachte en/of zijn mededader een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen (om kosten te vergoeden);
- verdachte en zijn mededader(s) bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader(s) bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland en/of
- haar door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 7)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 6] (roep-/werknaam Monica), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer personen, genaamd [slachtoffer 6] (roep-/werknaam Monica), heeft aangeworven in Bulgarije met het oogmerk die personen in een ander land (te weten Nederland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 6] (roep-/werknaam Monica), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 6] zich door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 juli 2003 tot en met 1 september 2004, tezamen en in vereniging met A. [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 6] tot slachtoffer van mensenhandel gemaakt doordat:
- zij samen met haar zus, [slachtoffer 3] in juli 2003 naar Nederland is gekomen;
- zij na aankomst is ondergebracht in de woning bij [medeverdachte 4];
- zij hiervoor geld moest betalen aan deze [medeverdachte 4];
- zij de dag na haar aankomst verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] leerde kennen, met wie afspraken zijn gemaakt over de te verrichten prostitutiewerkzaamheden;
- zij het onderdak bij [medeverdachte 4] slechts kon behouden indien zij prostitutiewerk zou aanvaarden bij verdachte en/of zijn mededaders;
- zij vervolgens is in de periode eind juli tot en met 31 augustus 2003 gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader(s);
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen (om kosten te vergoeden);
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland;
- [medeverdachte 1] haar heeft bedreigd en/of lastig gevallen op het moment dat zij te kennen gaf niet langer voor Cupido en/of 038 te willen werken, om te bewerkstelligen dat zij voor hem/hen in de prostitutie werkzaam zou blijven;
- een of meer malen heeft [medeverdachte 1] haar en haar zus telefonisch lastig gevallen en/of (daarbij) een of meermalen tegen haar gezegd: "Als ik erachter kom dat jij voor Sky aan het werk bent, eerlijk dan zul jij grote problemen hebben" en/of "niemand interesseert mij, ik heb vastgezeten voor moord en als het moet zal ik weer vast zitten", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- haar door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 8)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 11 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland en/of in Bulgarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer 7] (werknaam Daniëlle), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 11 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 7] (werknaam Daniëlle), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 7] zich door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen, welk feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen,
immers heeft verdachte in de periode 1 december 2003 tot 11 mei 2004, tezamen en in vereniging met A. [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 7] tot slachtoffer van mensenhandel gemaakt doordat:
- zij als slachtoffer van mensenhandel en/of mensensmokkel één of meermalen door ("Bobby”) [medeverdachte 5] naar Nederland is gebracht;
- zij gedurende haar verblijf in Nederland meermalen en op meerdere plaatsen in de prostitutie heeft gewerkt, waarbij zij haar verdiensten aan [medeverdachte 5] moest afdragen;
- verdachte en/of zijn mededader hiermee bekend waren;
- zij via [medeverdachte 5] een aantal dagen voor verdachte en/of [medeverdachte 1] bij 038 en Cupido is gaan werken als prostituee;
- zij in die periode is ondergebracht in de woning bij [medeverdachte 4];
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen aan verdachte;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk
verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededaders bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichtten in Nederland en/of
- haar door een of meer van bovengenoemde handelingen en/of door haar (gedwongen) verblijf in een voor haar vreemd land met een vreemde taal, in Zwolle en/of (elders) in Nederland afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt;
(zakendossier 9)
art 250a lid 1 onder 2 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 onder 4 wetboek van strafrecht
art 250a lid 1 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
art 250a lid 2 ahf/ond 1 wetboek van strafrecht
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Algemene beschouwingen betreffende de bewezenverklaring
Voorop gesteld dient te worden dat het verbod van mensenhandel, zoals voorheen neergelegd in artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht gericht was op het tegengaan van seksuele uitbuiting door dwang -in ruime zin- of misleiding. Per 1 januari 2005 is dit verbod onder uitbreiding met andere vormen van mensenhandel opgenomen in het nieuwe artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht. Bij de strafbaarstelling van mensenhandel staat het belang van het individu steeds voorop, aldus de Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 2003-2004, 29 291, nr. 3. De nieuwe strafbepaling is dan ook opgenomen in titel XVIII van het Tweede Boek, gewijd aan misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. Gehandhaafd is de strafbaarstelling van het aanwerven, medenemen of ontvoeren van een persoon voor het verrichten van commerciële seksuele activiteiten met of voor een derde in een ander land. Bij deze gedraging speelt het dwangvereiste geen rol. Het aanwerven is dus strafbaar, ook al stemt de aangeworven persoon daar mee in.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever bij de term “misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht” het oog heeft gehad op het brengen van een ander in een afhankelijke situatie waarin deze in diens keuzevrijheid wordt beperkt. Als factoren die daarbij van belang kunnen zijn heeft de wetgever uitdrukkelijk genoemd de omstandigheid dat die ander geen legale verblijfsstatus in Nederland heeft (zie ook Hoge Raad 18-4-2000, NJ 2000, 443). Ook het niet kunnen beschikken over eigen financiële middelen moet volgens de wetgever als een uitbuitingssituatie worden aangemerkt. De omstandigheid dat het slachtoffer niet kan beschikken over zijn/haar paspoort of dat zijn/haar visum verlopen is, brengt de betrokkene eveneens in de hier bedoelde afhankelijke situatie. In het algemeen heeft de wetgever gesteld dat van een uitbuitingssituatie sprake is indien de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostitué(e) in Nederland pleegt te verkeren.
Eventuele instemming van het slachtoffer met zijn/haar uitbuiting is niet bepalend. Wezenlijk is dat het slachtoffer onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs geen andere keuze heeft dan in een toestand van uitbuiting te geraken en in feite de vrijwilligheid bij het slachtoffer geheel, althans in ernstige mate ontbreekt. De omstandigheid dat het slachtoffer reeds eerder bij prostitutie (in het land van herkomst) betrokken was, vormt op zich geen aanwijzing voor vrijwilligheid.
In de onderhavige zaak is sprake van prostituees die in een positie van afhankelijkheid waren geraakt door de volgende omstandigheden: zij waren allen afkomstig uit Bulgarije, een niet EU-land, dat armoedig is en gekenmerkt wordt door een (zeer) lage levensstandaard, waardoor veelal sprake is van individuele economische afhankelijkheid. De prostituees verbleven vervolgens illegaal in Nederland en verrichtten hun diensten zonder dat zij daarvoor een tewerkstellingsvergunning hadden. Verdachte regelde samen met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] huisvesting voor hen bij contacten in het eigen “milieu”. De prostituees beschikten dus in beginsel niet over een eigen woonruimte in Nederland. Voorts moesten zij de helft van hun inkomsten afdragen aan verdachte en/of zijn mededaders. Naar het oordeel van het hof leveren deze omstandigheden voldoende op om te kunnen spreken van “misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht”. Wel tekent het hof hierbij aan dat het in deze zaak zeker niet ging om de meest grove vorm van seksuele uitbuiting.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 tot en met 8 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie welke werd gevormd door hem verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk mensenhandel zoals bedoeld in artikel 250a wetboek van strafrecht, aan welke organisatie door hem, verdachte, en zijn mededader [medeverdachte 1] feitelijk leiding werd gegeven.
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam Desi), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot 19 juli 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam Desi), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] (roepnaam Desi) door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 oktober 2002 tot en met 19 juli 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 1] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en/of 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of anderen een- of meermalen met een auto naar een klant is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen aan [medeverdachte 5] en/of verdachte en/of [medeverdachte 1];
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 7] (ook wel genoemd Valla), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 2] (ook wel genoemd Valla), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 juli 2003 tot en met 1 mei 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 2] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en/of 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 3] (roepnaam Yasmin(a)/werknaam Tina), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 3] (roepnaam Yasmin(a)/werknaam Tina), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 januari 2003 tot en met 1 september 2003, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 3] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij voor 038 en Cupido is gaan werken als prostituee in de periode februari tot en met april 2003 en eind juli tot en met 31 augustus 2003;
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland.
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 1 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 4] (roepnaam Tina/werknaam Yasmina), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen
beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 1 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 4] (roepnaam Tina/werknaam Yasmina), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 december 2003 tot en met 1 april 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 4] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij voor 038 en Cupido is gaan werken als prostituee in de periode 1 december 2003- - 1 april 2004;
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland;
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 12 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 5] (roep-/werknaam Diana), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot 12 april 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 5] (roep-/werknaam Diana), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 5] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 januari 2004 tot 12 april 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 5] slachtoffer van mensenhandel gemaakt, doordat:
- zij gewerkt heeft als prostituee in de escort voor de bedrijven Cupido en/of 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij door verdachte en/of een andere chauffeur in opdracht van verdachte en/of zijn mededader een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland.
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 6] (roep-/werknaam Monica), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2003 tot 1 september 2003 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 6] (roep-/werknaam Monica), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 6] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 juli 2003 tot en met 1 september 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 6] tot slachtoffer van mensenhandel gemaakt doordat:
- zij in de periode eind juli tot en met 31 augustus 2003 is gaan werken in de escort voor de bedrijven Cupido en 038 in Zwolle van verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte 1];
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland;
8.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 11 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander, genaamd [slachtoffer 7] (werknaam Daniëlle), door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde,
en
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2003 tot 11 mei 2004 in de gemeente Zwolle en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [slachtoffer 7] (werknaam Daniëlle), met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 7] door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode 1 december 2003 tot 11 mei 2004, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of anderen, [slachtoffer 7] tot slachtoffer van mensenhandel gemaakt doordat:
- voor verdachte en/of [medeverdachte 1] bij 038 en/of Cupido is gaan werken als prostituee;
- zij door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of een andere chauffeur een- of meermalen met een auto naar een klant van 038 en/of Cupido is gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten;
- zij een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen aan verdachte;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij hier illegaal werk verrichtte voor een illegaal escortbureau;
- verdachte en zijn mededader [medeverdachte 1] bekend waren met het feit dat zij in het geheel geen werk mocht verrichten in Nederland.
Beroep op bewijsuitsluiting
De raadsman heeft zich, zakelijk weergegeven, op het standpunt gesteld dat de verklaringen van [slachtoffer 1] niet voor het bewijs mogen worden gebezigd nu deze verklaringen onbetrouwbaar zijn.
Het hof overweegt ten aanzien van dit verweer het volgende.
Voor zover de verklaring van [slachtoffer 1] inhoudt, zakelijk weergegeven, dat zij voor verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] in de prostitutie heeft gewerkt en door hem en/of anderen een of meermalen met de auto naar een klant is gebracht, een deel van haar verdiensten moest afdragen en dat verdachte wist dat zij hier illegaal werkte voor zijn escortbureau terwijl zij hier te lande in het geheel geen werkzaamheden mocht verrichten, wordt haar verklaring door verdachte zelf bevestigd. Naar het oordeel van het hof is er dan ook, wat er ook zij van de betrouwbaarheid van de overige onderdelen van de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen, geen reden voor de door de raadsman bepleite bewijsuitsluiting van deze elementen uit haar verklaring. Het verweer wordt verworpen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
ten aanzien van het onder 2 tot en met 8 bewezenverklaarde:
telkens:
Medeplegen van:
Een ander door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handeling ondernemen waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt,
strafbaar gesteld bij artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat gold van 1 oktober 2002 tot 1 januari 2005.
en
Medeplegen van:
Opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de onder artikel 250a, onder 1, ten eerste van het Wetboek van Strafrecht genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen,
strafbaar gesteld bij artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat gold van 1 oktober 2002 tot 1 januari 2005.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Het hof acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden- dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting van een kwetsbare groep (veelal) jonge vrouwen. Verdachte heeft met anderen uit Bulgarije afkomstige jonge vrouwen in Nederland laten werken als prostituee. Van die werkzaamheden, soms ooit uit vrije wil aangevangen maar altijd in afhankelijkheid geëindigd, heeft verdachte de financiële vruchten geplukt. Verdachte heeft de illegale status van de prostituees op ernstige wijze uitgebuit en daarvan op laakbare wijze geprofiteerd. Als zodanig hebben de prostituees verkeerd in een situatie waarin zij niet in vrijheid -zoals een legale, mondige prostituee dat wel kan- konden beslissen om door te gaan met het verrichten van de werkzaamheden of om daarmee te stoppen. Door op die manier van deze slachtoffers te profiteren, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstige vorm van mensenhandel. Daarvoor is straf dan ook passend en geboden.
Het hof stelt vast dat de samenleving ook op andere gronden dan de bescherming van de persoonlijke vrijheid van prostituees belang heeft bij bestrijding van misdrijven als de onderhavige. Daarbij kan enerzijds genoemd worden de noodzaak tot het bestrijden van illegale arbeid en anderzijds het beleid van lokale overheden om illegale prostitutiebedrijven uit hun gemeente te weren. Ook ter onderstreping van dat beleid is het hof van oordeel dat misdrijven als de onderhavige, reeds uit het oogpunt van generale preventie fors bestraft moeten worden.
Het hof heeft in het kader van de straftoemeting aan het naast de feiten 2 tot en met 8 nog afzonderlijk tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit 1 geen zelfstandige betekenis doen toekomen. De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten die betrekking hadden op mensenhandel. De officier van justitie had bewezenverklaring gevorderd en een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De advocaat-generaal heeft een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Nu het hof tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten komt en voorts de hiervoor omschreven omstandigheden in aanmerking neemt, ziet het hof geen enkele aanleiding om af te wijken van de door de advocaat-generaal gevorderde straf. Die straf is passend en ook geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 140(oud) en 250a, zoals dit gold van 1 oktober 2002 tot 1 januari 2005, van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Verstaat, dat het door de officier van justitie ingestelde rechtsmiddel niet is gericht tegen dat deel van het vonnis, waarvan beroep, waarbij verdachte terzake van de onder parketnummer 07/630140-04A tenlastegelegde overtredingen werd veroordeeld.
Vernietigt het vonnis, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen, dat verdachte het onder 1 tot en met 8 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 (acht) maanden, niet zal worden ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door
mr Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter,
mr J.H.C. van Ginhoven en mr A. van Waarden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr H.G. Kuipers, griffier,
en op 23 mei 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.