ECLI:NL:GHARN:2006:AW5529
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mrs. Buyne
- mrs. Hilverda
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en beoordeling van recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 april 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Breda van 6 december 2005, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat er in het kader van de behandeling van een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling geen ruimte is om formele of materiële gebreken aan de eerdere oplegging of verlengingen te beoordelen. De wettelijke toets voor de rechter is of de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist. Het hof stelt vast dat dit criterium ook geldt voor personen zonder geldige verblijfstatus in Nederland, en dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid tussen terbeschikkinggestelden met en zonder geldige verblijfstitel.
De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven terug te willen keren naar Marokko, maar het hof concludeert dat het recidivegevaar onverminderd hoog is. De terbeschikkinggestelde lijdt aan een waanstoornis en een narcistische en paranoïde persoonlijkheidsstoornis, wat blijkt uit een risicotaxatie. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar eist, gezien het aanhoudende recidivegevaar en het gebrek aan positieve veranderingen in de toestand van de terbeschikkinggestelde.
Het hof benadrukt dat de kliniek moet proberen tot een doorbraak te komen in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, die al tien jaar onder de maatregel valt. De kliniek moet met de terbeschikkinggestelde overeenstemming bereiken over gedrags- en werkafspraken. De beslissing van het hof is om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, waarbij de kliniek bij de volgende verlengingszitting moet rapporteren over de inspanningen die zijn verricht.