ECLI:NL:GHARN:2005:AV3037

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TBS 216/04
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Vegter
  • mrs. Denie
  • mrs. Boerwinkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na te late indiening van de vordering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 29 september 2004, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. De officier van justitie had de verlengingsvordering te laat ingediend, maar het hof oordeelde dat deze toch ontvankelijk was vanwege bijzondere omstandigheden. Het hof overwoog dat de ernst van het gepleegde delict, het delictgevaar, en de geringe mate van overschrijding van de indieningstermijn voldoende bijzondere omstandigheden vormden om de vordering te honoreren. Het hof vernietigde de beslissing van de rechtbank en verlengde de terbeschikkingstelling met twee jaar, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid dit vereisten. De betrokkene, die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en andere psychische aandoeningen, heeft zorg en structuur nodig om zijn medicatie in te nemen. Het hof concludeerde dat het niet te verwachten was dat binnen een jaar gronden aanwezig zouden zijn voor beëindiging van de terbeschikkingstelling, en dat een verlenging met een jaar onrealistisch zou zijn. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. Vegter als voorzitter, met mrs. Denie en Boerwinkel als raadsheren, en drs. Kaiser en drs. Harmsen als raden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2004\216
Beslissing d.d. 14 maart 2005
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 29 september 2004, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
[-] Het hof zal de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 29 september 2004 vernietigen, daar het hof mede recht doet op nieuwe stukken.
[-] Het hof constateert ambtshalve dat de verlengingsvordering door de officier van justitie te laat is ingediend. Op grond van artikel 509oa van het Wetboek van Strafvordering is een verlengingsvordering, die later dan een maand vóór het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling door tijdsverloop zal eindigen, doch binnen een redelijke termijn is ingediend, niettemin ontvankelijk, indien er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn waardoor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, ondanks het belang van de terbeschikkinggestelde, verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Gelet op de ernst van het gepleegde delict, het delictgevaar, de omstandigheid dat het de eerste verlenging van de terbeschikkingstelling betreft en de geringe mate van overschrijding, is het hof van oordeel dat er voldoende bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, zodat op die grond de officier van justitie ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering.
[-] Uit het verlengingsadvies van 29 juli 2004 volgt dat betrokkene lijdende is aan schizofrenie van het paranoïde type, een poststraumatische stressstoornis en een depressieve stoornis NAO (Niet Anderszins Omschreven). Het terugvalrisico wordt aanwezig geacht. Dit risico wordt vooral gevormd door de beperkte copings-vaardigheden van betrokkene en de kans op psychotische decompensatie door bijvoorbeeld het niet of inadequaat innemen van antipsychotische medicatie.
Uit de brief inhoudende aanvullende informatie d.d. 14 februari 2005 volgt dat de begeleide verloven goed verlopen. Wel is een punt van zorg dat betrokkene op verschillende gebieden weinig initiatief vertoond. De kliniek wil de verloven langzaam gaan uitbreiden naar proefverlof en later woonverlof.
Uit het bovenstaande volgt dat betrokkene nog zorg en structuur nodig heeft, opdat gewaarborgd kan worden dat betrokkene zijn medicatie blijft innemen.
Het uitgangspunt van het hof is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Het hof stelt vast dat het niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting wekken dat dit wel het geval zou zijn.
Het hof is dus van oordeel dat een verlenging met een termijn van twee jaar geïndiceerd is, daar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 29 september 2004 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Denie en Boerwinkel als raadsheren,
en drs Kaiser en drs Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr Van Ek als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2005.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.