ECLI:NL:GHARN:2005:AV0998
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- P.C. Vegter
- J.M.J. Denie
- J.W.P. Verheugt
- Rechtspraak.nl
Vervroegde invrijheidstelling achterwege gelaten wegens onttrekking aan straf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 31 oktober 2005 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie te Middelburg, die strekte tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde. De veroordeelde was op 8 mei 2005 uit de penitentiaire inrichting Veenhuizen, locatie Esserheem, ontvlucht. Samen met een medegedetineerde had hij de tralies van een celraam doorgezaagd en met behulp van touwen en stukken hout een touwladder gemaakt om te ontsnappen. Na de ontsnapping zijn zij de bossen ingegaan, waar een auto op hen wachtte.
Tijdens de openbare terechtzitting op 17 oktober 2005 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat de vordering van de officier van justitie moest worden toegewezen. De raadsman van de veroordeelde, mr. N.A. Koole, was niet gemachtigd om de verdediging te voeren. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf heeft onttrokken, zoals bedoeld in artikel 15a, eerste lid aanhef en sub d van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de vordering van de officier van justitie volledig toegewezen, met inachtneming van het feit dat de veroordeelde tot op heden nog voortvluchtig is. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 15a, 15b en 15c van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak houdt in dat de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde in zijn geheel achterwege zal blijven.