ECLI:NL:GHARN:2005:AU4258
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van omzetbelasting na zoekraken van facturen door de Belastingdienst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 september 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot teruggaaf van omzetbelasting door belanghebbende, die een bedrag van € 1.711,01 had aangevraagd. De inspecteur van de Belastingdienst had echter slechts € 1.363,00 goedgekeurd en de teruggaaf van het resterende bedrag van € 348,01 geweigerd. Dit bedrag betrof posten die in het ingediende formulier als 'gereserveerd voor de administratie' waren gemarkeerd. De inspecteur weigerde de aftrek omdat hij van mening was dat er geen sprake was van aan belanghebbende verrichte leveringen en diensten die in het kader van haar onderneming waren gebezigd. Hij voerde ook aan dat niet aannemelijk was gemaakt dat de goederen naar Suriname waren geëxporteerd en verwees naar de aftrekbeperking van artikel 15, vijfde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Het hof oordeelde dat, hoewel de inspecteur de aftrek had geweigerd, de omstandigheden van de zaak, waaronder het zoekraken van de facturen door de Belastingdienst, in het voordeel van belanghebbende moesten worden uitgelegd. Het hof stelde vast dat de facturen naar een onjuist adres waren verzonden en daardoor niet meer beschikbaar waren. Ondanks enige twijfel over de omstreden posten, concludeerde het hof dat belanghebbende het voordeel van de twijfel verdiende, gezien haar toelichting dat zij actief was in Suriname en goederen had aangeschaft voor haar onderneming.
Het hof besloot dat de teruggaaf van € 331,96 alsnog verleend moest worden, waarbij het bedrag van € 348,01 minus € 16,05 voor de uitgesloten verstrekkingen in aanmerking werd genomen. De kosten van de procedure werden vastgesteld op € 322, en de Staat werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. S. Darwinkel.