ECLI:NL:GHARN:2005:AT9444
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. van Loo
- A. de Boer
- J. Tjittes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de ontbinding van een maatschapsovereenkomst en proceskostenveroordeling
In deze zaak gaat het om de nasleep van de ontbinding van een maatschapsovereenkomst tussen de partijen. De appellant, Ross Advocaten, heeft op 23 mei 2001 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te Arnhem van 22 februari 2001. Echter, de appèldagvaarding is één dag te laat betekend, wat heeft geleid tot complicaties in de procedure. Ross heeft de zaak niet zelf bij het hof aangebracht, maar dit is op verzoek van de geïntimeerde alsnog gedaan. De geïntimeerde beoogt een proceskostenveroordeling en een ontslag van instantie op basis van artikel 127 Rv. Ross verzet zich hiertegen, stellende dat de kosten aan de zijde van de geïntimeerde nodeloos zijn gemaakt en dat een proceskostenveroordeling niet mogelijk is omdat de zaak niet door de appellant is ingeschreven.
Het hof oordeelt dat het procesrecht van toepassing is zoals dat gold vóór 1 januari 2002, gezien de datum van de appèldagvaarding. De vordering van de geïntimeerde tot ontslag van instantie wordt afgewezen, omdat het hof niet kan toekomen aan deze vordering. Het hoger beroep is te laat ingesteld, waardoor Ross niet-ontvankelijk wordt verklaard. Tevens wordt de vordering van de geïntimeerde om Ross te veroordelen in de kosten afgewezen, omdat de geïntimeerde op de hoogte was van de te late appèldagvaarding en derhalve geen kosten had hoeven maken. Het hof concludeert dat de geïntimeerde in de kosten van het hoger beroep moet worden veroordeeld, aangezien hij in het ongelijk is gesteld.
In de beslissing verklaart het hof Ross niet-ontvankelijk in het hoger beroep en veroordeelt de geïntimeerde in de kosten van het hoger beroep, begroot op € 447,- voor salaris van de procureur en € 215,55 voor griffierecht.