ECLI:NL:GHARN:2005:AT7896
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- V.F.R. Woeltjes
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verlies uit onderneming door Gerechtshof Arnhem in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 12 mei 2005, stond de vraag centraal of de activiteiten van een brandweerman, die een computerreparatiebedrijf had opgestart, konden worden aangemerkt als een bron van inkomen voor de inkomstenbelasting. De belanghebbende, die tot 1 april 2002 als brandweerman werkte en sindsdien een wachtgelduitkering ontving, had zich in 2000 geregistreerd als ondernemer bij de Kamer van Koophandel. In zijn aangifte over 2001 gaf hij een verlies uit onderneming op van € 16.603, wat leidde tot een boekenonderzoek door de Inspecteur van de Belastingdienst. De Inspecteur concludeerde dat de activiteiten van de belanghebbende niet als een bron van inkomen konden worden beschouwd, gezien de negatieve resultaten en het gebrek aan winstgevendheid in de eerste jaren van de onderneming.
Tijdens de zitting werd door de belanghebbende aangevoerd dat hij als startende ondernemer in een concurrerende markt opereerde en dat hij in 2002 een positief resultaat had behaald. De Inspecteur betwistte echter dat er in de jaren 2000 en 2001 sprake was van een realistische verwachting van toekomstige winstgevendheid. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van een bron van inkomen en dat de Inspecteur terecht het verlies uit onderneming niet in aanmerking had genomen.
Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. De beslissing benadrukte de noodzaak voor belastingplichtigen om aan te tonen dat hun activiteiten een reële kans op winst met zich meebrachten, vooral in de beginjaren van een onderneming.