ECLI:NL:GHARN:2005:AT4453
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Van der Pol
- mrs. Van Houten
- mr. Clarenbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de economische politierechter inzake overtredingen van de Arbeidstijdenwet door een rechtspersoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 april 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Zutphen, dat op 24 mei 2004 was gewezen. De verdachte, een rechtspersoon, was beschuldigd van het overtreden van voorschriften gesteld krachtens artikel 5:12, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee overtredingen, waarvoor een geldboete van € 1.900,- en € 1.100,- is opgelegd. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Kuipers.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het niet voldeed aan de vereisten van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Na het onderzoek op de terechtzitting van 4 april 2005 heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis, en het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, evenals de argumenten van de verdediging.
De bewezenverklaring is gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, waarbij het hof de overtuiging heeft verkregen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen omstandigheden zijn gebleken die de strafbaarheid zouden uitsluiten. De opgelegde straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de draagkracht van de verdachte en het maatschappelijk functioneren van de onderneming. De beslissing van het hof is in lijn met de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder het Wetboek van Strafrecht en de Arbeidstijdenwet.