ECLI:NL:GHARN:2005:AT4449
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.E. Haas
- A.M. van Amsterdam
- A.J.H. van Suilen
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting bij geen belasting verschuldigd
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 31 maart 2005 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting. De belanghebbende, aangeduid als [X], had in januari 2001 een voorlopige teruggaaf ontvangen van ƒ 3.473 (€ 1.576) naar aanleiding van haar aangifte inkomstenbelasting 2001, waarin zij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.967 had opgegeven, uitsluitend bestaande uit winst uit onderneming. De zelfstandigenaftrek was niet van toepassing voor haar. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag gehandhaafd, waarbij de heffingskortingen tot maximaal het bedrag van de gecombineerde inkomensheffing werden beperkt. De belanghebbende stelde dat zij recht had op de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting, maar het Hof oordeelde dat, hoewel zij voldeed aan de voorwaarden, er geen recht op verhoging bestond omdat er geen belasting verschuldigd was. De inspecteur had de regeling correct toegepast en de berekening van de heffingskorting was juist. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, A.W.M. van der Waerden.