ECLI:NL:GHARN:2005:AS9740
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mintjes
- A. Roessingh-Bakels
- J. Berger
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van blootstelling aan besmettingsrisico HIV
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle van 24 november 2003. De verdachte, geboren in 1979, was aangeklaagd voor het in gevaar brengen van anderen door onbeschermde seksuele contacten als HIV-besmet persoon. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare stukken en de verklaringen die tijdens de terechtzittingen zijn gepresenteerd. De verdachte was sinds oktober 2000 onder behandeling met anti-HIV remmers, en zijn viral load was sinds maart 2001 onmeetbaar laag. Dit werd bevestigd door een deskundige, professor S.A. Danner, die de kans op besmetting via orale seks met een persoon met een lage viral load schatte op ongeveer 1 op 25.000 tot 30.000. Het hof concludeerde dat de verdachte zich niet willens en wetens had blootgesteld aan een aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel van anderen. Het hof oordeelde dat het aangaan van onbeschermde seksuele contacten door een HIV-besmet persoon gevaarzettend is, maar dat dit op zichzelf niet voldoende was om aan te nemen dat er een aannemelijke kans op besmetting bestond. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen.