4.3.1.1. De herinvoering van de forensenbelasting heeft veel beroering gewekt. De belangenvereniging van verontruste recreanten heeft per brief van haar advocaat aan de gemeente Apeldoorn laten weten, het niet eens te zijn met die herinvoering. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft tot dusver niet gereageerd op een verzoek om tussenkomst. Er zijn tot dusver 775 bezwaarschriften tegen deze nieuwe belasting ingediend. De onvrede leeft breed.
4.3.1.2. Deze belasting wordt ook meer gebruikt als instrument voor het gemeentelijke beleid dat is gericht op het weren van tweede woningen en het bevorderen van toerisme met kortdurend verblijf. Omdat de opbrengst van deze forensenbelasting tegenviel, is ook weer een toeristenbelasting ingevoerd.
4.3.1.3. De belastingplichtige verwacht geen zigzagkoers.
4.3.1.4. Hij vraagt zich af of de gemeente met de tariefopbouw is gebleven binnen de grens die artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet daaraan stelt.
4.3.1.5. Het chalet is één van de vele huisjes op het park. Het is niet verder verhuurd en ook niet voor verhuur bedoeld.
4.3.1.6. Hij heeft het chalet nieuw gekocht in mei 1996.
4.3.1.7. Volgens het taxatieverslag van het chalet dat hij bij de gemeente heeft opgevraagd, is de waarde ervan per 1 januari 1999 bepaald op € 61 000. Daarbij is 350 m² grond in aanmerking genomen. Het chalet zelf heeft een oppervlakte van 35 m².
4.3.1.8. Voor het chalet, dat op gehuurde grond staat, is hem geen WOZ-beschikking gegeven en zijn hem geen aanslagen in de onroerendezaakbelastingen opgelegd.
4.3.1.9. Zijn grieven richten zich tegen de progressieve tariefopbouw, tegen misbruik van verordenende bevoegdheid op grond van onzuiverheid van oogmerk en tegen de herinvoering van deze nog maar pas afgeschafte belasting na een onzorgvuldige voorbereiding. Hij beroept zich niet langer op het gelijkheidsbeginsel, daar hij niet kan nagaan aan wie van de medebewoners (nog) geen aanslag voor dit jaar is opgelegd.
4.3.1.10. Al valt hij slechts in de tweede tariefklasse, hij handhaaft zijn grief tegen de progressieve tariefopbouw.
4.3.2. en namens de verweerder:
4.3.2.1. Omdat de gemeente het kortdurende toerisme wilde bevorderen, is de toeristenbelasting enige jaren geleden afgeschaft. Voor de weggevallen opbrengst van die belasting heeft de gemeente compensatie gezocht in de forensenbelasting, doch deze daarin niet volledig gevonden. Daarom is met ingang van 2004 weer een toeristenbelasting ingevoerd met gedifferentieerde tarieven van € 1,50 per persoon en voor huisjes € 0,25 of € 0,50 per overnachting.
4.3.2.2. Hij weet niet wat de waarde van het chalet precies is.
4.3.2.3. Mogelijk is de parkbeheerder voor het geheel aangeslagen in de onroerendezaakbelastingen.
4.3.2.4. Een tarief in vijf waardeklassen is gemakkelijker te hanteren dan een tarief van een vast percentage van de exacte waarde.
4.3.2.5. De heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is nog steeds niet vastgesteld. Daarom is artikel 4, tweede lid, van de verordening toegepast. De daar bedoelde waarde is ‘op zicht’ bepaald.
4.3.2.6. Hij erkent dat de progressie in het tarief steil is. Ze is door de raad bewust gekozen en afgestemd op de opbrengst die nodig is ter compensatie van die van de afgeschafte toeristenbelasting.
4.3.2.7. Hij betwist dat de gemeente een zwabberbeleid heeft gevoerd. Het stelt belanghebbende, die in 1996 niet belastingplichtig was voor de toeristenbelasting, alleen teleur dat nu de forensenbelasting is heringevoerd.
4.3.2.8. Er is massaal bezwaar gemaakt met behulp van gekopieerde bezwaarschriften. Procentueel viel het de gemeente toch wel mee, maar met name in dit park hebben de mensen elkaar aangemoedigd bezwaar te maken.