ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5285
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- J.L.M. Egberts
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ondernemerschap en zelfstandigenaftrek in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 1 juli 2004, staat de vraag centraal of de belanghebbende, een musicus, als ondernemer kan worden aangemerkt voor de inkomstenbelasting en of hij recht heeft op zelfstandigenaftrek. De belanghebbende is voor 75% van de tijd in dienst bij [orkest-1] en voert daarnaast werkzaamheden uit voor andere orkesten. De Inspecteur van de Belastingdienst betwist het ondernemerschap van de belanghebbende en stelt dat hij geen recht heeft op zelfstandigenaftrek. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 juni 2004, waarbij de belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren. De belanghebbende heeft geen argumenten ingebracht die de conclusie van de Inspecteur weerleggen.
Het Hof concludeert dat de arbeidsovereenkomst met [orkest-1] en de werkzaamheden voor andere orkesten duiden op een dienstbetrekking, en dat de uren die de belanghebbende aan zijn onderneming zou besteden, niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor zelfstandigenaftrek. De belanghebbende heeft ook geen overtuigend bewijs geleverd dat de Inspecteur in eerdere jaren het vertrouwen heeft gewekt dat hij als ondernemer zou worden erkend. Het Hof oordeelt dat het beroep van de belanghebbende ongegrond is en dat er geen termen zijn voor een kostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak.