ECLI:NL:GHARN:2004:AP1450
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- A.M.F. Geerling
- Rechtspraak.nl
Overmacht bij naheffingsaanslag parkeerbelasting door acute ziekte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 mei 2004 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, een persoon die haar auto had geparkeerd op een parkeerplaats in Arnhem, ontving een naheffingsaanslag omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan op het moment van controle. De belanghebbende voerde aan dat zij door een acute aanval van angina niet in staat was om de parkeermeter bij te vullen, en dat dit een geval van overmacht was. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 mei 2004, waarbij de belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar woordvoerster, terwijl de heffingsambtenaar niet verscheen.
Het Hof oordeelde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de acute ziekte van de belanghebbende, zodanig uitzonderlijk waren dat strikte naleving van de verplichting om parkeerbelasting te betalen niet van haar kon worden gevergd. Het Hof nam daarbij in overweging dat de belanghebbende de verschuldigde belasting had voldaan tot de ochtend van 27 augustus 2003, en dat zij door haar ouders was opgehaald omdat zij niet in staat was zelfstandig naar huis te reizen. Het beroep van de belanghebbende werd gegrond verklaard, de naheffingsaanslag werd vernietigd, en de heffingsambtenaar werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende tot een bedrag van € 20. De beslissing werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, en partijen kregen de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de omstandigheden van een geval bij de beoordeling van de verschuldigdheid van belasting, en hoe overmacht kan leiden tot een andere uitkomst dan strikt juridische naleving van de wet.