ECLI:NL:GHARN:2004:AP0303
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P.M. Haas
- E.J.E.M. Vanherck
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de waarde van onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 mei 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie met betrekking tot de waardering van onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De belanghebbende, een eigenaar van een onroerende zaak, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, die de waarde van de onroerende zaak had vastgesteld. De belanghebbende was van mening dat de waarde onjuist was vastgesteld en dat zij ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard in haar bezwaar.
Het hof oordeelde dat de stukken van het geding niet toereikend waren om een conclusie te trekken over de waarde op de peildatum, die was vastgesteld op 1 januari 2001. Het hof droeg de ambtenaar op om binnen vier maanden na de uitspraak opnieuw uitspraak op bezwaar te doen, met inachtneming van de overwegingen van het hof. Het hof benadrukte dat de waarde van de onroerende zaak in voltooide staat moest worden bepaald naar de staat bij het begin van het kalenderjaar 2002, en dat de ambtenaar de beschikking op de juiste wijze moest vaststellen volgens de relevante artikelen van de WOZ.
De uitspraak van het hof was gegrond en leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak. Tevens werd de gemeente Almere gelast om het door de belanghebbende gestorte griffierecht van € 31 te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. F.J.P.M. Haas, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. E.J.E.M. Vanherck als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak ter vervanging van de mondelinge uitspraak.