ECLI:NL:GHARN:2004:AO7561
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. Heisterkamp
- M. Valk
- J. van den Dungen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding en melkquotum
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de schadevergoeding die voortvloeit uit de verkoop van een melkquotum. Het Gerechtshof Arnhem heeft op 2 maart 2004 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hof de eerdere vonnissen van de pachtkamer te Hilversum heeft bekrachtigd. De appellant had zich beroepen op matiging van de schadevergoeding, omdat hij voor het gehele melkquotum een bedrag van slechts f 29.086,40 had ontvangen, dat hij direct had aangewend ter betaling van zijn schuldeisers. Het hof verwierp dit beroep, omdat uit rechtsoverweging 5.6 van het tussenarrest van 8 juli 2003 bleek dat de appellant het melkquotum voor een lagere prijs dan de destijds geldende marktwaarde had verkocht. Dit risico kwam voor rekening van de appellant en gaf geen aanleiding om de mindere opbrengst ten laste van de geïntimeerde te brengen. Ook de bestemming van het geld, namelijk de betaling van schuldeisers, werd niet als grond voor matiging geaccepteerd. Het hof concludeerde dat de appellant onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd om zijn standpunt te onderbouwen dat volledige schadevergoeding tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden volgens artikel 6:109 van het Burgerlijk Wetboek. De grieven van de appellant, die niet in het tussenarrest van 8 juli 2003 waren beoordeeld, werden eveneens verworpen. Het hof bekrachtigde de vonnissen van de pachtkamer en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde werden begroot op € 193,-- voor griffierecht en € 817,50 voor salaris.