ECLI:NL:GHARN:2004:AO6652
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijslast bij naheffingsaanslag parkeerbelasting en de rol van de Ambtenaar
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 29 januari 2004, staat de bewijslast van de Ambtenaar centraal in het kader van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, [X], had een naheffingsaanslag ontvangen voor het niet voldoen van parkeerbelasting op 27 februari 2002. De Ambtenaar, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, stelde dat surveillanten van de politie de overtreding hadden geconstateerd. Echter, de Ambtenaar kon geen ambtsedig opgemaakte verklaring van deze surveillanten overleggen en verscheen niet ter zitting om de zaak mondeling toe te lichten.
De belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en voerde aan dat hij deze niet had ontvangen en dat het duplicaat pas zestien maanden later was verzonden. Dit tijdsverloop had hem belet om bewijs te leveren dat de aanslag onterecht was opgelegd. Het Hof oordeelde dat de Ambtenaar niet in zijn bewijslast was geslaagd, omdat hij enkel in het verweerschrift had gesteld dat de surveillanten de overtreding hadden geconstateerd, zonder verdere onderbouwing.
Het Gerechtshof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak waarvan beroep en de belastingaanslag. Tevens werd de gemeente Almere veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Ambtenaar om voldoende bewijs te leveren bij het opleggen van naheffingsaanslagen, en dat een mondelinge uitspraak niet kan worden aangevochten in cassatie, maar kan worden vervangen door een schriftelijke uitspraak.