ECLI:NL:GHARN:2004:AO6652

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 januari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03-01553
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslast bij naheffingsaanslag parkeerbelasting en de rol van de Ambtenaar

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 29 januari 2004, staat de bewijslast van de Ambtenaar centraal in het kader van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, [X], had een naheffingsaanslag ontvangen voor het niet voldoen van parkeerbelasting op 27 februari 2002. De Ambtenaar, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, stelde dat surveillanten van de politie de overtreding hadden geconstateerd. Echter, de Ambtenaar kon geen ambtsedig opgemaakte verklaring van deze surveillanten overleggen en verscheen niet ter zitting om de zaak mondeling toe te lichten.

De belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en voerde aan dat hij deze niet had ontvangen en dat het duplicaat pas zestien maanden later was verzonden. Dit tijdsverloop had hem belet om bewijs te leveren dat de aanslag onterecht was opgelegd. Het Hof oordeelde dat de Ambtenaar niet in zijn bewijslast was geslaagd, omdat hij enkel in het verweerschrift had gesteld dat de surveillanten de overtreding hadden geconstateerd, zonder verdere onderbouwing.

Het Gerechtshof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak waarvan beroep en de belastingaanslag. Tevens werd de gemeente Almere veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Ambtenaar om voldoende bewijs te leveren bij het opleggen van naheffingsaanslagen, en dat een mondelinge uitspraak niet kan worden aangevochten in cassatie, maar kan worden vervangen door een schriftelijke uitspraak.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
elfde enkelvoudige belastingkamer
nummer 03/01553 (parkeerbelasting)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Almere (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : parkeerbelasting 2002
nummer : [01]
mondelinge behandeling : op 15 januari 2004 te Arnhem
waarbij verschenen : belanghebbende
waarbij niet verschenen : de Ambtenaar, alhoewel overeenkomstig de wet opgeroepen
gronden:
1. Aan belanghebbende is met dagtekening 27 februari 2002 om 10.48 uur een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd ter zake van het parkeren van een voertuig met het kenteken [AA-BB-00] op een parkeerplaats aan de Meesterstraat te Almere, zonder dat er een geldig parkeerkaartje achter de voorruit lag.
2. Met dagtekening 19 juni 2003 is het duplicaat van de naheffingsaanslag naar belanghebbende gezonden.
3. Belanghebbende stelt dat hij de naheffingsaanslag niet heeft ontvangen en het duplicaat daarvan pas zestien maanden na het opleggen van de naheffingsaanslag aan hem is verzonden. Door het tijdsverloop is hij niet meer in staat om bewijs te leveren - bijvoorbeeld door het overleggen van een geldig parkeerkaartje - dat de aanslag ten onrechte aan hem is opgelegd. Hij voert voorts aan dat de administratie bij de gemeente niet op orde is.
4. De Ambtenaar stelt daar tegenover dat de controle op het betaald parkeren in de gemeente Almere wordt uitgevoerd door surveillanten van de politie, die allen de eed of belofte hebben afgelegd en zeer accuraat en onafhankelijk van elkaar controleren. Zij hebben in de auto van belanghebbende een parkeerkaartje aangetroffen waarvan de parkeertijd met 36 minuten was verstreken. Vervolgens hebben zij een naheffingsaanslag onder een ruitenwisser van de auto achtergelaten. De Ambtenaar erkent dat de mogelijkheid bestaat dat deze naheffingsaanslag door derden is verwijderd of is weggewaaid. De late verzending van het duplicaat is te wijten aan een administratieve fout bij het invorderingskantoor [A] BV, maar doet zijns inziens niet af aan de rechtsgeldigheid van de naheffingsaanslag.
5. Op de Ambtenaar rust de last te bewijzen dat het belastbare feit, ter zake waarvan de naheffingsaanslag is opgelegd, zich heeft voorgedaan. Door enkel in het verweerschrift te stellen dat surveillanten van de politie hebben geconstateerd dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan, is de Ambtenaar naar het oordeel van het Hof niet in zijn bewijslast geslaagd. Het Hof heeft daarbij overwogen dat de Ambtenaar geen ambtsedig opgemaakte verklaring van de surveillanten heeft overgelegd en dat hij niet ter zitting is verschenen om een mondelinge toelichting te geven.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 30.
beslissing:
Het Gerechtshof:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
- vernietigt de onderhavige belastingaanslag;
- gelast dat de gemeente Almere aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 31;
- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 30 en wijst de gemeente Almere aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2004 door mr. C.M. Ettema, lid van de elfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. I. Linssen als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(I. Linssen) (C.M. Ettema)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 februari 2004
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.