ECLI:NL:GHARN:2004:AO6417
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Twist over de kwalificatie van activiteiten inzake tweedehandskleding als onderneming
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 januari 2004, staat de vraag centraal of de activiteiten van belanghebbende, die tweedehandskleding inzamelt en doorverkoopt, kunnen worden aangemerkt als een onderneming. De belanghebbende, [X], heeft deze activiteiten sinds 1996 uitgevoerd, maar heeft in de jaren 1999 en 2000 aanzienlijke verliezen geleden. De Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen, vertegenwoordigd door [P], heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor deze jaren, waarbij de belanghebbende in 1999 een belastbaar inkomen van f. 90.776 had, dat door de Inspecteur met f. 8.023 moest worden verminderd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2004 in Arnhem, waar zowel de gemachtigde van belanghebbende als de ambtenaar aanwezig waren, werd duidelijk dat de activiteiten van belanghebbende niet het beoogde voordeel opleverden. Het Gerechtshof oordeelde dat de activiteiten alleen als een bron van inkomen kunnen worden aangemerkt als er redelijkerwijs voordeel te verwachten is. Aangezien de belanghebbende niet in staat was om aan te tonen dat er in de toekomst winst te verwachten viel, werd het beroep ongegrond verklaard voor de aanslag over 2000 en gegrond voor de aanslag over 1999.
Het Gerechtshof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur voor het jaar 1999 en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van f. 82.753. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 29 en de proceskosten van belanghebbende, die op € 18 werden vastgesteld. De uitspraak werd mondeling gedaan, met de mogelijkheid voor partijen om binnen vier weken een schriftelijke uitspraak aan te vragen. Het Gerechtshof benadrukte dat de mondelinge uitspraak niet aan een heroverweging onderworpen kan worden bij de vervanging door een schriftelijke uitspraak.