ECLI:NL:GHARN:2004:AO1509
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vertrouwensbeginsel bij belastingaanslag en buitengewone lasten aftrek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 januari 2004 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij de belanghebbende, [X], een beroep deed op de aftrek van buitengewone lasten in zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1997. De belanghebbende had deze aftrek uitgebreid gemotiveerd en verwees in zijn aangiften over de daaropvolgende jaren naar deze toelichting. De inspecteur van de Belastingsdienst had echter de aanslagen over de jaren 1997 tot en met 1999 niet inhoudelijk beoordeeld, maar de belanghebbende mocht er in redelijkheid van uitgaan dat de inspecteur de aftrek had beoordeeld bij het vaststellen van de aanslagen over de jaren voorafgaand aan 2000. Het Hof oordeelde dat de omstandigheid dat de aftrek was toegestaan, berustte op een weloverwogen standpunt van de inspecteur, en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagde. Het Hof vernietigde de uitspraak waarvan beroep en verminderde de belastingaanslag tot een belastbaar inkomen van f.100.601 (€ 45.650). Tevens werd gelast dat de Staat het door de belanghebbende gestorte griffierecht van € 29 vergoedt. De mondelinge uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de inspecteur, terwijl de belanghebbende niet verscheen, maar dit was met kennisgeving aan het Hof. Het Hof benadrukte dat tegen deze mondelinge uitspraak geen beroep in cassatie mogelijk is, maar dat partijen binnen vier weken een verzoek kunnen indienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.