ECLI:NL:GHARN:2003:AO3063
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- D. Dee
- Ruys
- Boekhorst Carrillo
- Rechtspraak.nl
Schending van het recht op een eerlijk proces door uitzetting van verdachte voor hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 december 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de meervoudige kamer te Arnhem van 12 mei 2003. De veroordeelde, die op dat moment zonder bekende woon- of verblijfplaats was, was op 10 december 2003 onverwacht uitgezet naar Nigeria, terwijl de terechtzitting voor het hoger beroep al was vastgesteld. De raadsman van de veroordeelde heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, omdat de veroordeelde door deze uitzetting niet in staat was om aanwezig te zijn bij de zitting en de verdediging niet adequaat kon voorbereiden. Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie op 1 oktober 2003 de oproeping voor de zitting in persoon heeft betekend, maar dat de veroordeelde op 4 december 2003 van haar detentieplaats is overgebracht naar een uitzetcentrum en vervolgens is uitgezet zonder dat het hof of de raadsman hiervan tijdig op de hoogte was gesteld. Het hof concludeert dat de veroordeelde niet opzettelijk afwezig was en dat de uitzetting een schending van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) met zich meebracht. Gezien de ernst van deze schending en het feit dat herstel niet binnen een redelijke termijn mogelijk is, heeft het hof de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.