ECLI:NL:GHARN:2003:AK4036

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
6 augustus 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02-00750
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Lamens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van zelfstandigheid van woonruimten voor rioolrechten

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 6 augustus 2003, staat de vraag centraal of de onroerende zaak van belanghebbende moet worden aangemerkt als één of als twee zelfstandige woonruimten voor de toepassing van artikel 2 van de Verordening rioolrechten 2000. Belanghebbende, eigenaar van een woning aan de [a-weg 1 te Z], ontving een aanslag gemeentelijke belastingen voor rioolrecht. De woning, die op kadastraal perceel [sectie b, nummer 02 te Z] is gelegen, wordt gedeeld met zijn ouders, die een recht van vruchtgebruik hebben op een deel van de woning. Het gezin deelt één douche en één toilet, wat de discussie over de zelfstandigheid van de woonruimten aanwakkert.

Het Gerechtshof oordeelt dat de onroerende zaak van belanghebbende als één geheel moet worden beschouwd, wat betekent dat er slechts één eigenaar/zakelijk gerechtigde in de heffing moet worden betrokken. De uitspraak van de rechtbank, die de belastingaanslag had gehandhaafd, werd vernietigd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de belastingaanslag. Tevens werd de gemeente Epe gelast om het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29 te vergoeden.

De beslissing is openbaar uitgesproken en afschriften zijn op 20 augustus 2003 verzonden. Belanghebbende kan binnen vier weken na de verzenddatum verzoeken om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak, maar kan geen beroep in cassatie instellen tegen de mondelinge uitspraak. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
zesde enkelvoudige belastingkamer
nummer 02/00750 (gemeentelijke belastingen)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Epe (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : aanslag gemeentelijke belastingen
nummer : [01]
mondelinge behandeling : met schriftelijke toestemming van partijen niet gehouden
gronden:
1. Op 31 oktober 2001 is aan belanghebbende een aanslag gemeentelijke belastingen rioolrecht voor eigenaren ten bedrage van f.168,76 (€ 76,58) opgelegd.
2. Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak gelegen aan de [a-weg 1 te Z]. De woning is gelegen op kadastraal perceel [sectie b, nummer 02 te Z] en wordt administratief aangeduid als [a-weg 1 bij]. Op een gedeelte van de voornoemde onroerende zaak hebben de ouders van belanghebbende een recht van vruchtgebruik. Belanghebbendes gezin en zijn ouders hebben het gemeenschappelijke gebruik van één douche en één toilet.
3. In geschil is of, voor de toepassing van artikel 2 Verordening rioolrechten 2000, belanghebbendes onroerende zaak als één of als twee zelfstandige woonruimten moet worden aangemerkt (in welk geval de feitelijke gebruikers zelfstandig in de heffing dienen te worden betrokken) of dat er sprake is van één onroerende zaak in welk geval één eigenaar/zakelijk gerechtigde in de heffing dient te worden betrokken.
4. Belanghebbende heeft krachtens eigendom genot van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering en is op grond daarvan rioolrecht verschuldigd.
5. De vraag of belanghebbendes vader vanwege zijn recht van vruchtgebruik voor het door hem bewoonde deel terecht als belastingplichtige voor het "rioolrecht voor eigenaren is aangeslagen" kan in deze procedure niet aan de orde komen.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
beslissing:
Het Gerechtshof:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
- vernietigt de onderhavige belastingaanslag;
- gelast dat de gemeente Epe aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 29.
Aldus gedaan op 6 augustus 2003 door mr. J. Lamens, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. K. van der Leij als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(K. van der Leij) (J. Lamens)
De beslissing is in het openbaar uitgesproken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 20 augustus 2003
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.