ECLI:NL:GHARN:2003:AF8138
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking over recreatiebungalow en verhuurbemiddelingsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 26 maart 2003, betreft het een beroep van belanghebbende, eigenaar van een recreatiebungalow in de gemeente Lochem, tegen een WOZ-beschikking. De WOZ-beschikking, gedateerd op 30 juni 2001, had betrekking op het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De belanghebbende had een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met [A B.V.], waarin werd bepaald dat de eigenaar de bungalow het gehele jaar aan [A B.V.] in verhuur zou geven, maar ook het recht had om de bungalow voor eigen gebruik aan te wenden, mits dit schriftelijk aan [A B.V.] werd bevestigd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2003, waar de belanghebbende niet aanwezig was, maar wel de ambtenaar, werd de zaak besproken. Het Hof oordeelde dat de ambtenaar de belanghebbende terecht als gebruiker in de zin van de Wet WOZ had aangemerkt, gezien de inhoud van de verhuurbemiddelingsovereenkomst. De overeenkomst liet de eigenaar toe om de bungalow zelf te gebruiken in periodes waarin deze nog niet verhuurd was, wat volgens het Hof in strijd was met de bepalingen van de Wet WOZ.
Het Hof bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was. Er werden geen kostenveroordelingen opgelegd, en het Hof benadrukte dat tegen deze mondelinge uitspraak geen beroep in cassatie mogelijk was. De belanghebbende had de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak, maar dit zou geen invloed hebben op de inhoudelijke beslissing van het Hof.