ECLI:NL:GHARN:2003:AF7724
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Waardevaststelling onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 maart 2003, betreft het een beroep tegen de beschikking waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor de onroerende zaak gelegen aan [a-weg 1 te Z]. De belanghebbende, aangeduid als [X], had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Dalfsen vastgestelde waarde van de onroerende zaak. De waarde was vastgesteld op ƒ 591.000, maar de Ambtenaar herzag zijn standpunt ter zitting en stelde de waarde bij op ƒ 578.000. De belanghebbende betwistte deze waardering en voerde aan dat de taxatie niet correct was uitgevoerd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2003 werd duidelijk dat de Ambtenaar de taxatie had laten uitvoeren door een taxateur van hetzelfde bureau, wat door de belanghebbende werd betwijfeld. Het Hof oordeelde echter dat de deskundigheid en onafhankelijkheid van de taxateurs niet in twijfel konden worden getrokken. Het Hof concludeerde dat de door de Ambtenaar verdedigde waarde van ƒ 578.000 aannemelijk was, mede op basis van vergelijkbare objecten en de door de Ambtenaar aangevoerde waardebepalende factoren.
Het Gerechtshof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak en stelde de waarde van de onroerende zaak vast op € 262.285 (ƒ 578.000). Tevens werd de gemeente Dalfsen veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 29 en de proceskosten van de belanghebbende, die op € 25 werden vastgesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak ter vervanging van de mondelinge uitspraak.