ECLI:NL:GHARN:2002:AE7577

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
31 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01-02370
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.J. Matthijssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardering onroerende zaak en proceskosten in belastingzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 31 juli 2002, betreft het de waardering van een onroerende zaak, specifiek een woning gelegen aan [a-straat 1 te Z]. De waardepeildatum is vastgesteld op 1 januari 1999, conform de Wet waardering onroerende zaken. De ambtenaar heeft een taxatierapport overgelegd waarin de waarde van de woning op € 235.058,- is vastgesteld. De belanghebbende heeft echter geen tegenrapport of vergelijkbare gegevens overgelegd om deze taxatie te weerleggen. Tijdens de zitting heeft de belanghebbende enkele omstandigheden toegelicht die volgens hem een waardedrukkende invloed hebben op de waarde van de woning, waaronder het uitzicht op een begraafplaats en de nabijheid van een woonwagenkampje.

Het Hof heeft de door de belanghebbende geschetste omstandigheden als aannemelijk beschouwd, vooral omdat de ambtenaar deze niet heeft betwist. Na afweging van het taxatierapport en de geschetste omstandigheden heeft het Hof de waarde van de woning vastgesteld op € 215.000,-. Het beroep van de belanghebbende is ten dele gegrond verklaard. Daarnaast zijn de proceskosten van de belanghebbende vastgesteld op € 12,-, die door de gemeente Apeldoorn moeten worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier mevrouw Vermeulen-Post. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen verzoeken om een schriftelijke vervanging van de uitspraak.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nummer 01/02370
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
ambtenaar : heffingsambtenaar van de gemeente Apeldoorn
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 28 augustus 2001 op bezwaar
betreft : beschikking waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ)
tijdvak : 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004
nummer : [01]
mondelinge behandeling : op 17 juli 2002 te Arnhem
waarbij verschenen : belanghebbende alsmede [de Ambtenaar]
gronden:
1. De waarde van de onderhavige onroerende zaak - het tot woning dienende pand [a-straat 1 te Z] - wordt bepaald op de waarde die aan deze onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Daarbij geldt als waardepeildatum 1 januari 1999, (artikelen 17 en 18 van de Wet waardering onroerende zaken, hierna: de Wet).
2. De Ambtenaar heeft ter ondersteuning van zijn standpunt een taxatierapport overgelegd. Volgens dit rapport is de waarde van de onroerende zaak, beoordeeld naar het prijspeil op 1 januari 1999, € 235.058,- (ƒ 518.000,-).
3. Belanghebbende heeft van zijn kant geen taxatierapport of gegevens van gelijk gewicht overgelegd.
4. Belanghebbende maakt in zijn bezwaar- en beroepschrift melding van een viertal in zijn ogen waardedrukkende factoren:
- uitzicht op de begraafplaats
- de tuin aan de aangrenzende huurwoning kan alleen maar omschreven worden als één grote vuilnisbelt
- aanwezigheid van een woonwagenkampje
- zijn tuin grenst direct aan een sociëteit voor homosexuelen; in feite een horecagelegenheid met alle (nachtelijke) overlast van dien.
5. Ter zitting heeft belanghebbende deze omstandigheden toegelicht en een aantal foto's getoond.
6. Noch in de uitspraak op het bezwaarschrift noch in het onder 2 bedoelde taxatierapport wordt melding gemaakt van de door belanghebbende genoemde omstandigheden. De taxateur heeft ter zitting verklaard dat naar zijn mening de door belanghebbende genoemde omstandigheden geen waardedrukkende invloed hebben.
7. Het Hof acht de feitelijke juistheid van de door belanghebbende geschetste omstandigheden aannemelijk. De Ambtenaar heeft die juistheid overigens niet betwist.
8. Het Hof acht aannemelijk dat van de door belanghebbende geschetste omstandigheden een waardedrukkende invloed uitgaat temeer waar de woning overigens, naar de taxateur in zijn rapport heeft vermeld, op goede stand is gelegen.
9. Rekening houdend met het taxatierapport en de door belanghebbende geschetste omstandigheden stelt het Hof de gezochte waarde in goede justitie op € 215.000,-.
10. Het beroep van belanghebbende is ten dele gegrond.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 12,- (reiskosten).
beslissing:
Het Gerechtshof
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
- vermindert de bij de bestreden beschikking vastgestelde waarde tot € 215.000,-;
- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 12,-, te vergoeden door de gemeente Apeldoorn;
- gelast de Ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van € 27,23 (ƒ 60,-) te vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2002 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 13 augustus 2002
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.