ECLI:NL:GHARN:2002:AE4964
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.M. Kooijmans
- J.M. Sitsen
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van een gift aan een buitenlandse instelling in het kader van de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 mei 2002 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van een gift die belanghebbende heeft gedaan aan een buitenlandse instelling, de Chengetai school voor gehandicapte kinderen in Zimbabwe. Belanghebbende had in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 1998 een bedrag van ƒ 4.726 als aftrekbare gift opgevoerd. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aftrekpost niet aanvaard, omdat de gift zou zijn gedaan aan een niet in Nederland gevestigde instelling. Het Hof heeft de relevante wetgeving, met name artikel 47 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, in overweging genomen, waarin staat dat een aftrekbare gift moet zijn gedaan aan een in Nederland gevestigde charitatieve instelling.
Het Hof heeft echter geoordeeld dat de schenking, mits aan de overige voorwaarden voldaan is, onder de giften als bedoeld in artikel 47 van de Wet kan worden begrepen. De brief van belanghebbende aan het Rode Kruis en de daaropvolgende correspondentie zijn door het Hof zodanig uitgelegd dat er een overeenkomst van schenking tot stand is gekomen. Aangezien de Vereniging van het Nederlandse Rode Kruis een in Nederland gevestigde charitatieve instelling is en de gift met schriftelijke bescheiden is gestaafd, concludeerde het Hof dat de gift aftrekbaar is.
Het Hof heeft verder geoordeeld dat het feit dat belanghebbende een bedrag van Zim. $ 350.000 rechtstreeks heeft overgemaakt naar de Chengetai School in Zimbabwe, niet afdoet aan de aftrekbaarheid van de gift. De uitspraak van het Hof was in het voordeel van belanghebbende, waarbij de aanslag werd verminderd tot een belastbaar inkomen van € 18.077. De proceskosten werden vastgesteld op € 15, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 27,23 aan belanghebbende. De mondelinge uitspraak was definitief, en beroep in cassatie was niet mogelijk.