ECLI:NL:GHARN:2002:AE2106
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en naheffingsaanslag bij niet-betaling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 maart 2002 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd. De belanghebbende had op 19 juli 2001 een motorvoertuig geparkeerd op de Cinemadreef te Almere, in een gebied waar tegen betaling van parkeerbelasting mocht worden geparkeerd. De belanghebbende heeft echter de verschuldigde belasting niet voldaan bij de aanvang van het parkeren. Het hof oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, ondanks het feit dat de parkeermeter de chipper van de belanghebbende niet accepteerde. Het hof stelde dat de belanghebbende, toen zij dit constateerde, had moeten kiezen voor het betalen met munten of het verplaatsen van de auto.
Daarnaast werd overwogen dat de omstandigheid dat de belanghebbende zich van haar auto verwijderde om te klagen over de parkeermeter, aan haar moest worden toegerekend. Het hof concludeerde dat het beroep van de belanghebbende niet gegrond was. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak van het hof bevestigde de eerdere beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, die op 28 juli 2001 uitspraak had gedaan op het bezwaar van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar de belanghebbende kan binnen vier weken verzoeken om vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke uitspraak.