ECLI:NL:GHARN:2002:AE0502
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- A.W.M. van der Waerden
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de regeling van lokale lastenverlichting door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 februari 2002 uitspraak gedaan in een geschil over de regeling van de zogenaamde 'Zalmsnip', zoals neergelegd in artikel 229 d van de Gemeentewet. De regeling, die met ingang van 1 januari 2000 geheel is gewijzigd, biedt gemeenten de mogelijkheid om beleidsvrijheid te hebben bij het kiezen van de vorm van lokale lastenverlichting. De gemeente Almere had een specifieke methode gekozen, die in een brief van 28 januari 2000 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was uiteengezet. Het Hof oordeelde dat deze methode niet in strijd was met de Gemeentewet of andere wettelijke bepalingen, noch met beginselen van behoorlijk bestuur.
Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. Het Hof achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak van het Hof bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, die op 27 juli 2000 had geoordeeld over het bezwaar van de belanghebbende tegen de aanslagen onroerende-zaakbelastingen en afvalstoffenheffing voor het belastingjaar 2000.
De mondelinge uitspraak werd gedaan door mr. T.J. Matthijssen, raadsheer en lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. A.W.M. van der Waerden als griffier. De belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Almere waren aanwezig tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2002. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen binnen vier weken verzoeken om een schriftelijke vervanging van de uitspraak.