ECLI:NL:GHARN:2002:AD8568
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- E.M. van Hoorn
- Rechtspraak.nl
Herziening aanslag premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 januari 2002 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor het jaar 1998. De Inspecteur had een aanslag opgelegd met een te betalen bedrag van nihil, waarbij als premie-inkomen ƒ 3.108,-- en als franchise ƒ 41.221,-- was vermeld. Belanghebbende betwistte deze bedragen en stelde dat deze achtereenvolgens nihil en ƒ 41.771,-- moesten zijn. De Inspecteur steunde het standpunt van belanghebbende, maar weigerde de bedragen in het aanslagbiljet te herzien, omdat hij meende dat belanghebbende geen belang had bij de herziening en niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn beroep.
Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende ontvankelijk was in zijn beroep, omdat niet geheel te overzien was welk nadeel hij zou kunnen ondervinden van de vaststelling van het premie-inkomen. Het Hof benadrukte dat een rechterlijke uitspraak meer zekerheid biedt dan een schriftelijke verklaring van de Inspecteur. Vervolgens oordeelde het Hof dat de uitspraak en de aanslag niet in stand konden blijven, omdat de Inspecteur had geoordeeld dat belanghebbende niet als verzekerde in de zin van de wet kon worden aangemerkt. Dit oordeel werd door het Hof gevolgd, aangezien er geen bewijs was dat dit op een juridisch onjuist uitgangspunt berustte.
De aanslag werd derhalve ten onrechte opgelegd en het beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard. Het Hof vernietigde de uitspraak waarvan beroep en de onderhavige aanslag, en gelastte de Inspecteur om het door belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 60,- te vergoeden. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen binnen vier weken verzoeken om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.