ECLI:NL:GHARN:2001:AD8562

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
27 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01-02119
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vrijstelling gemeentelijke belastingen over de jaren 1995 en 1997

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 27 december 2001, betreft het een verzoek om vrijstelling van gemeentelijke belastingen voor de jaren 1995 en 1997. De belanghebbende, aangeduid als [X], heeft het verzoek ingediend bij de President van het Gerechtshof. De procedure betreft een voorlopige voorziening in belastingzaken, waarbij de President niet bevoegd is om zich uit te spreken over de rechtmatigheid van een beslaglegging op roerende zaken. Dit is een belangrijk aspect van de procedure, aangezien de belanghebbende hierop kennelijk een beroep deed.

De President heeft vastgesteld dat er al een eerdere uitspraak is gedaan in een bodemprocedure met betrekking tot hetzelfde verzoek, waarbij het verzoek om vrijstelling was afgewezen. Dit betekent dat er geen nieuwe gronden zijn voor het treffen van een voorlopige voorziening. De President concludeert dat het verzoek van de belanghebbende kennelijk ongegrond is en wijst het verzoek af.

De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de President geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en er zijn geen rechtsmiddelen tegen deze uitspraak mogelijk. Afschriften van de uitspraak zijn aangetekend per post verzonden op 4 januari 2002.

Uitspraak

President van het Gerechtshof te Arnhem
Belastingkamer
nr. 01/02119
Proces-verbaal mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht
belanghebbende : [X]
te : [Z]
ambtenaar : het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen van de gemeente Apeldoorn
aangevallen beslissing : aanslagen gemeentebelastingen over de jaren 1995 en 1997
mondelinge behandeling : op grond van artike1 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet gehouden
Gronden:
1. In een procedure als de onderhavige - te weten een voorlopige voorzieningprocedure in belastingzaken - is, anders dan waarvan belanghebbende kennelijk uitgaat, de President niet bevoegd zich uit te spreken omtrent de rechtmatigheid van een beslaglegging op roerende zaken.
2. Belanghebbende verzoekt de President voorts vrijstelling van gemeentelijke belastingen, kennelijk over de jaren 1995 en 1997, te verlenen. Nu het lid van de achtste enkelvoudige belastingkamer van dit Hof dit verzoek reeds in een bodemprocedure met betrekking tot genoemde jaren heeft behandeld en dit verzoek - bij uitspraak - heeft afgewezen, bestaat er in dezen geen grond voor het treffen van een voorlopige voorziening.
3. Het verzoek is kennelijk ongegrond.
Proceskosten:
De President acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artike1 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Beslissing:
De President wijst het verzoek af.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2001 te Arnhem door mr Van Schie, fungerend president, in tegenwoordigheid van mr Den Ouden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De president,
(R. den Ouden) (P.M. van Schie )
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 januari 2002.
Tegen deze uitspraak kunnen geen rechtsmiddelen worden aangewend.