ECLI:NL:GHARN:2001:AD6169
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verbindendheid van de Legesverordening 1998 door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 oktober 2001 uitspraak gedaan in het beroep van [X] b.v. tegen de beslissing van het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Bergh. De zaak betreft een geschil over de leges die zijn gevorderd voor een bouwvergunning voor het oprichten van een bedrijfshal. De gemeente had een bedrag van ƒ 78.405 aan leges gevorderd, wat door belanghebbende werd betwist. Belanghebbende stelde dat de leges exorbitant hoog waren en verzocht het hof om het gevorderde bedrag te vernietigen of te verminderen tot ƒ 66.750. Tevens werd gevraagd om ambtshalve uitspraak te doen over de verbindendheid van de tarieventabel die bij de Legesverordening 1998 hoort.
Het hof heeft vastgesteld dat de legesverordening op 27 november 1997 door de gemeenteraad is vastgesteld en dat deze verordening gedurende een maand ter inzage heeft gelegen. De ambtenaar verdedigde de legesverordening en stelde dat de geraamde opbrengsten niet boven de geraamde lasten uitgingen, wat in overeenstemming is met de Gemeentewet. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en beoordeeld.
Na de mondelinge behandeling op 19 april 2001 heeft het hof geconcludeerd dat de legesverordening verbindend is en dat de leges terecht zijn berekend op basis van de bouwkosten inclusief omzetbelasting. Het hof heeft de uitspraak van de ambtenaar bevestigd en het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.