ECLI:NL:GHARN:2001:AD4761
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.M. Kooijmans
- J.L.M. Egberts
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boetebeschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 2 oktober 2001, ging het om een beroep tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een boetebeschikking. De belanghebbende, aangeduid als [X], had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Centraal bureau motorrijtuigenbelasting, die een naheffingsaanslag had opgelegd voor het tijdvak van 9 september 1998 tot en met 27 februari 1999. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 september 2001, waarbij zowel de gemachtigde van de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren.
Het Gerechtshof vernietigde de uitspraak waarvan beroep, evenals de naheffingsaanslag en de boetebeschikking. De Inspecteur werd gelast het griffierecht van € 60,- aan de belanghebbende te vergoeden en werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende voor een bedrag van € 40,-, te vergoeden door de Staat der Nederlanden. Het Hof oordeelde dat de naheffingsaanslag niet in stand kon blijven, omdat de Inspecteur de belasting had nageheven over een periode die buiten het wettelijke naheffingstijdvak viel. De Inspecteur had ten onrechte het tijdvak op 9 september 1998 laten aanvangen en geen rekening gehouden met de over het wettelijke naheffingstijdvak betaalde belasting.
Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag en de boetebeschikking niet konden worden gehandhaafd en dat de Inspecteur binnen de grenzen van het recht een nieuwe naheffingsaanslag en beschikking kon opleggen. De belanghebbende had het recht om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal het Gerechtshof te verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak, waarbij het griffierecht dat betaald werd voor de schriftelijke uitspraak in mindering zou komen op het griffierecht voor een eventueel beroep in cassatie bij de Hoge Raad.