ECLI:NL:GHARN:2001:AD3451
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M. van Schie
- N.E. Haas
- M. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Vervroegde uitbetaling van uitgestelde salarissen en belastingheffing
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 22 augustus 2001, stond de vraag centraal of de vervroegde uitbetaling van uitgestelde salarissen door de directeur van [X] B.V. als een afkoopsom voor belastingdoeleinden kon worden aangemerkt. De belanghebbende, directeur en enig aandeelhouder van [X] B.V., had in het verleden een salaris ontvangen dat pas na enkele jaren opeisbaar was. Dit betrof salarissen over de jaren 1991 tot en met 1994, die contractueel vorderbaar waren in respectievelijk 2009 en 2008. Op 12 november 1995 werd door de algemene vergadering van aandeelhouders besloten om deze uitgestelde salarissen vervroegd uit te betalen, waarbij een contante waarde werd berekend van ƒ 37.650,--. De partijen kwamen overeen om de afkoopsom op ƒ 37.000,-- vast te stellen.
De Inspecteur van de Belastingdienst had bezwaar gemaakt tegen de belastingbehandeling van deze uitbetaling. Het Hof oordeelde dat de uitbetaling niet kon worden aangemerkt als een afkoopsom, omdat het ging om het vervroegd ontvangen van oorspronkelijk voorziene inkomsten. De enkele afronding van de contante waarde naar beneden maakte de uitbetaling niet tot een afkoopsom. Het Hof concludeerde dat het bijzondere tarief van artikel 57, lid 1, onderdeel h, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 niet van toepassing was.
Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. De mondelinge uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de belanghebbende en de Inspecteur, en de griffier heeft het proces-verbaal opgemaakt. De beslissing van het Hof werd openbaar uitgesproken, en er werd geen kostenveroordeling opgelegd.