ECLI:NL:GHARN:2001:AB3039
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- E.M. van Hoorn
- Rechtspraak.nl
Tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Zwolle
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd door de gemeente Zwolle. De naheffingsaanslag, die dateert van 15 januari 1998, bedraagt ƒ 66,58, bestaande uit ƒ 1,58 aan enkelvoudige belasting en ƒ 65,- aan kosten. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Ambtenaar heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2001 was de belanghebbende niet aanwezig, hoewel hij daartoe was opgeroepen.
Het Hof heeft vastgesteld dat de auto van de belanghebbende op de betreffende datum geparkeerd stond op een parkeerplaats waar parkeerbelasting verschuldigd was. De parkeercontroleur heeft omstreeks 17.11 uur geconstateerd dat er geen geldig betalingsbewijs in de auto aanwezig was, wat leidde tot de naheffingsaanslag. De belanghebbende stelt dat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan en heeft een afschrift van een betalingsbewijs overgelegd. Hij beweert dat het betalingsbewijs zichtbaar achter de voorruit was geplaatst, maar dat de duisternis mogelijk heeft geleid tot het niet zien van het bewijs door de controleur.
De Ambtenaar heeft de stelling van de belanghebbende betwist en een verklaring overgelegd van de parkeercontroleur, waarin deze bevestigt dat hij slechts een verlopen kaartje heeft gezien. Het Hof oordeelt dat de belanghebbende onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn standpunt te onderbouwen. De overgelegde documenten zijn niet voldoende om aan te tonen dat de parkeerbelasting is voldaan. Het Hof concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en bevestigt de uitspraak van de Ambtenaar. De belanghebbende kan binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.