ECLI:NL:GHARN:2001:AB2166

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99-01869
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aftrekbaarheid van verhuiskosten bij wijziging van dienstbetrekking

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 22 mei 2001, staat de aftrekbaarheid van verhuiskosten centraal. De belanghebbende, een fotograaf, had in februari 1997 een nieuwe dienstbetrekking bij een werkgever in [Q] en verhuisde op 24 april 1997 van [S] naar [R]. De vraag die voorlag was of de belanghebbende recht had op aftrek van de verhuiskosten die hij had gemaakt in verband met deze verhuizing.

De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor aftrek zoals gesteld in artikel 7b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990. De belanghebbende had niet binnen een afstand van 10 km van zijn nieuwe werkgever gewoond en de verhuizing had de afstand van zijn woning naar de werkplek niet met ten minste 50 procent verkort. Bovendien was de verhuizing niet noodzakelijk voor de nieuwe dienstbetrekking, aangezien de werkgever de belanghebbende niet tot verhuizing had verplicht.

De belanghebbende voerde aan dat de verhuizing hem een kortere reistijd naar zijn werk opleverde, maar het Hof oordeelde dat deze argumenten niet voldoende waren om de aftrekbaarheid van de verhuiskosten te rechtvaardigen. Het beroep van de belanghebbende werd dan ook ongegrond verklaard.

Het Gerechtshof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan door F.J.P.M. Haas, lid van de enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier A.W.M. van der Waerden. Tegen deze mondelinge uitspraak was geen beroep in cassatie mogelijk, maar de belanghebbende had de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke vervanging van de uitspraak.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
enkelvoudige belastingkamer
nummer 99/01869
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren [P]
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
betreft : aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997
nummer : [H.76]
mondelinge behandeling : op te
waarbij verschenen : belanghebbende, alsmede de Inspecteur
gronden:
1. Belanghebbende is in februari van het onderhavige jaar 1997 als fotograaf in dienst getreden bij een in [Q] gevestigde werkgever. Zijn werkgebied beslaat geheel Nederland, in verhouding werkt hij veel in Groningen en Friesland. Enige malen per week moet hij voor zijn werk in [Q] zijn.
2. Op 24 april 1997 is belanghebbende verhuisd naar [R]. Tot die datum woonde hij in [S].
3. Tussen partijen is in geschil of belanghebbende aanspraak kan maken op aftrek van verhuiskosten.
4. In dezen doet zich niet een situatie voor als bedoeld in artikel 7b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990. Belanghebbende is noch binnen een afstand van 10 km van [Q] gaan wonen, noch is door de verhuizing de afstand van zijn woning naar [Q] met ten minste 50 percent bekort.
5. Verhuiskosten komen alsdan slechts als aftrekbare kosten uit dienstbetrekking in aanmerking indien de (nieuwe) dienstbetrekking tot verhuizing noopte. Hetgeen belanghebbende - die door zijn nieuwe werkgever niet tot verhuizing verplicht is - in dit verband heeft aangevoerd en met name de kortere reistijd naar [Q] (circa een half uur korter) en de gestelde tijdsbesparing (in de spits) tot 60 minuten die reizen vanuit [R] naar Noord, Noordwest- en Oost-Nederland zou opleveren vergeleken met reizen vanuit [S], rechtvaardigen een dergelijke conclusie niet.
slotsom:
Het beroep is niet gegrond.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
beslissing:
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Inspecteur.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op door F.J.P.M. Haas, lid van de enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. A.W.M. van der Waerden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(A.W.M. van der Waerden) (F.J.P.M. Haas)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 28 mei 2001
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het Gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.