ECLI:NL:GHARN:2001:AB1827
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- O. Otte
- A. Luikinga
- M. Schimmelpennink-Mulder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 mei 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de arrondissementsrechtbank te Assen van 9 februari 2001, die de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van de terbeschikkinggestelde had goedgekeurd. Het hof heeft vastgesteld dat de arrondissementsrechtbank een tussentijdse beslissing had genomen op 3 augustus 2000, maar dat deze beslissing niet in het belang van de terbeschikkinggestelde was. Het hof oordeelde dat het hoger beroep tijdig was ingesteld en dat de deskundigenadviezen wezen op een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken bij de betrokkene, wat de kans op recidive op lange termijn verhoogt.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging per 1 juni 2001. De voorwaarden voor deze beëindiging omvatten onder andere het zich onthouden van strafbare feiten, middelengebruik en het verlenen van medewerking aan controles door het CAD Drenthe. Het hof heeft benadrukt dat de reclassering een belangrijke rol speelt in het toezicht op de naleving van deze voorwaarden en dat de verpleging van overheidswege blijft bestaan totdat de voorwaarden zijn nageleefd.
De uitspraak is gedaan door een bijzondere kamer van het hof, die zich baseerde op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van het hof.